Vier Koningen - Reisverslag uit Waisai, Indonesië van Michael Doorn - WaarBenJij.nu Vier Koningen - Reisverslag uit Waisai, Indonesië van Michael Doorn - WaarBenJij.nu

Vier Koningen

Door: MvDoorn

Blijf op de hoogte en volg Michael

08 November 2018 | Indonesië, Waisai

Bij het ochtendgloren was menigeen al wakker. Aan de horizon was het wat bewolkt; gestaag ontwaarden zich eilanden. Dit moest Misool zijn, de zuidelijkste koning van de vier koningen, Raja Ampat. We hadden er al moeten zijn om de vier duiken die dag te halen, het zou nog vele uren duren voor we bij de eerste duikstek aankwamen. Voor we aankwamen werden we twee maal kort vergezeld door dolfijnen, de familie grienden die vlak voor onze boot passeerde was hartverwarmend. Raja Ampat is een van de grootste natuurreservaten wereldwijd, met een oppervlakte van zo’n 40.000 vierkante kilometer is het ongeveer even groot als Nederland. De vier koningen, te weten Waigeo, Batanta, Salawati en Misool, had tot voor kort de status van meest biodiverse plek onder water. Er huizen zo’n 570 koraal-, 1700+ vis-, 700 weekdiersoorten en 16 zeezoogdieren; dolfijnen, walvissen en de dugong. De zeekrokodil doet deze wateren ook aan; al zijn ‘sightings’ erg zeldzaam. Pas recentelijk is er een meer bio-diverse plek ontdekt bij Oost-Timor. Op de 1.500+ kalksteeneilanden wonen veel bijzondere dieren. Unieke reptielen en zeldzame vogels, zoals de paradijsvogels. Raja Ampat is een bedevaartoord voor duikers en andere natuurliefhebbers en tevens een mooie springplank naar de binnenlanden van Papua.

We hadden gehoopt bij Shadow Reef te gaan duiken; een van de bekende duikstekken in de wereld. Alleen zou dat niet gebeuren. De boten die in dit gebied komen moeten zich melden bij de reservaatbescherming, krijgen op “wie-het-eerst-komt-die-het-eerst-maalt”-principe locaties toebedeeld. Met onze trage boot zou het "last-served" worden. Het was al middag toen we bij Blue Window het water in sprongen. Het zicht was zachtjes gezegd niet denderend; er was heel veel organisch materiaal in het water. Dat trekt weer plankton aan, wat op zijn beurt weer voer is voor vissen die weer jagers aantrekken. Ondanks dat beperkte zicht was het duidelijk dat dit rif bruist van het leven. Door de visscholen stormden herhaaldelijk drie blauwvinmakrelen, later drie Spaanse makrelen, voor hun lunch. Een grote Napoleon volgde ons heimelijk. Robert vond een waaier waarin hij zo iets kleins aan me liet zien; ik moest een paar keer kijken wat ik zag. Zelfs als je er vlak voor hangt vallen ze nog lastig te zien: het was een pygmeezeepaardje. Bijna perfect gecamoufleerd in de kleur en zelfs de vorm van de waaier en hoe hij/zij (?!?) zich ophield; een speld in een hooiberg. Toen het patroon duidelijk was kon de ontmoeting opgewaardeerd worden van één zeepaardje naar zeven in totaal. Een ongekend, voor mij dan toch, hoog aantal. Later zouden we bij een waaier een ander pygmeezeepaardsoort zien, ze waren met zijn tweetjes. Muren vol zachte koralen, oranje was de dominante kleur, vormen een bijzondere allee waar we door zwommen, vergezeld door een zeeschildpad. Na een uur kwamen we Patrik, Robert en ik tegelijk naar boven bij de blauwe doorgang waar de duiklocatie zijn naam aan dankt. We hoorden gelach. Zoekend naar de dader, bleek het een vogel die nog eens lachte, het geluid leek op uitlachen, alvorens weg te vliegen. Een 10.

Twee uur later gingen we te water bij Whale Rock. De stroming was sterker dan op de vorige duik, het zicht was niet beter door. We wilden oversteken van Whale Rock naar Elephant Rock, de stroming was hier heel sterk. Patrik was, zoals elke duik, al alle kanten op gezwommen op zoek naar actie. Daardoor had hij niet genoeg lucht in zijn tank deze oversteek te maken. We bleven daarom aan de kant van Whale Rock. Er zwommen jagers rond, makrelen, een murene en een grote Napoleon, deze was niet erg timide. Eindelijk zagen we weer haaien, rifhaaien. Een van de twee witpunten was zwanger, de grijze rifhaaien er vandoor toen ze ons zagen. Een 8.

De derde en laatste duik die dag was een nachtduik bij Nudi Rock. Samen met Rafly, Marion en Steve gingen we op zoek naar de bamboehaai, maar vooral toch naar de wandelende haai. We zagen een decorator krab, naaktslakken, een bamboehaai, garnalen, een kreeft, diverse murenen en een slapende schildpad. We zaten al bijna aan de maximale duiktijd, toen Rafly zijn licht op iets richtte. Wat dat iets was, was nog niet duidelijk. Ik begon te filmen en zwom langzaam naar voren. Tussen de koralen kwam er een haai aan, deze verplaatste zich door te lopen. Ondanks dat je er naar op zoek bent en weet dat ze bestaan, een heel bijzonder gezicht. Een 10.

Het was onderwerp van gesprek of we doorvoeren naar centraal Raja Ampat of hier bleven. De volgende ochtend lagen we nog in Misool, waren drie uur naar het noorden gevaren. We doken bij Farondi Cave. Een grot die op twee meter diepte begint en als een tunnel onder het kalksteeneiland op 30 meter diepte aan de andere kant van de doorgang eindigt. Toen we aan de andere zijde aankwamen, zigzagden we voor de eilandwand langzaam omhoog. De sterke stromingen aan weerszijden waren de punten waar we keerden. We zagen veel naaktslakken, waaronder de blauwe draak, een denise pygmeezeepaardje, een grote tandbaars met zijn eigen remora (zuigvis) en een aantal schorpioenvissen. Het meest bijzondere wat we te zien kregen was een oester die zijn eigen electriciteitsveld maakt. Ik had er nog nooit van gehoord. Naar de oplichtende oestermond kijkend, als waren het gloeidraadjes, verwonderde ik me dat er nog steeds veel valt te ontdekken op deze globe. Een 8.

Twee uur nadat we uit het water waren, sprongen we er weer in, nu bij No Contest. Een pinnacle waar je om heen probeert te zwemmen. Met wat geluk komt er wat groots langs, op de rifwanden huizen vele dieren. Twee maal hingen Robert, Patrick, Marion en ik aan onze rifhaken, hopend op iets groots. De stroming was op deze plekken heel sterk; we mochten dus hopen. In de beukende waterkolom verscheen echt helemaal niets. Het zicht was ook deze dag beroerd. Ik draaide me richting de rifwand. Ik zakte iets en zag een gigantische steenvis liggen. Ik heb ze wel eens groot gezien, nog nooit zo groot. Mooi van lelijkheid werd deze zeer giftige gigant daarna bekeken door de anderen. We hingen vlak boven elkaar, het was nog even passen en meten om de anderen ruimte te geven. We begonnen aan onze safety-stop, op vijf meter diepte zagen we 4 verschillende soorten slakken, van de blauwe draak zes stuks. Een 8.

De laatste duik in Misool deden we bij Balbulol Rock, aan het begin van de middag. Het zicht was wel iets beter dan op de eerdere duiken. Odanks dat zagen we niet heel veel vis. Hier en daar een bultkoppapegaaivis aan de randen van het zichtsveld. Ik had het geluk een barramundi te zien. Deze soort is zo schuw, dat je ze zelden ziet. Vastleggen op camera heb ik geprobeerd, het is me niet gelukt. Het dier volgend naar een koraalblok zwom deze eronder; een tweede barramundi, heel wat groter dan de eerste was hier. Toen ik mijn camera op ze wilde richtten schoten ze er vandoor. Deze duik zal me vooral bijblijven om het gedrag van mijn duikcomputer. Na wat rifhaakactie op een meter of 11 diepte, niet ver van onze limieten, besloten we het iets hogerop te zoeken. Boven de -9.5m bouw je geen extra stikstof op. Mijn computer dacht daar anders over en begon me steeds meer strafminuten te geven. Strafminuten die pas aftelden als ik bijna tegen het plafond van -3m aan zat. De 10 opgelegde decompressieminuten duurden in totaal een half uur. Robert had de groep al naar boven gehaald. Ik had nog genoeg lucht om de teller op nul te krijgen. Had ik dat niet gedaan, had ik 48 uur niet meer mogen duiken. Tijdens de extreem lange safety-stop bleek ik boven een krokodilvis te zweven. De volgende duikgroepen wilden me er op wijzen, had hem wel gezien, alleen ging ik niets meer doen om mijn warrige computer nog verder te verwarren. Een 8.

Na deze duik voeren we meteen richting centraal Raja Ampat. Terugkijkend op Misool valt vast te stellen dat het er schitterend is, zowel boven als onder water. Alleen waren we er niet in het goede seizoen; het zicht schijnt in deze periode altijd belabberd te zijn. De potentie is overduidelijk: het heeft geweldige duiklocaties, veel unieke bewoners. Aangezien het erg afgelegen ligt, is het heerlijk rustig. Een waar paradijs.

De oversteek naar het centrale deel van Raja zou vijftien uur moeten duren. Met een uur of vier/vijf vertraging kwamen we aan. Dit mede door de sterke tegenstroming in het kanaal waar we onze eerste duik zouden gaan doen, deze was erg sterk. Het water oogde wel helderder. We doken bij een eilandje genaamd Sawandarek, vlakbij de pier. Vandaar de naam Sawandarek Jetty. De stroming was matig tot soms krachtig. Het was best hard werk om richting de pier te zwemmen. Onderweg zagen we meerdere groepen pickhandle barracuda’s. Ze kwamen wel heel dichtbij, lieten je ook dichtbij komen. Terwijl ik mijn camera liet lopen schoot er een wahoo voorbij. Een grote zeeschildpad lag bij een koraalblok, ik hield enige afstand om haar te filmen. Marion wurmde zich tussen de schildpad en mij in, net wat te dichtbij naar de zin van de schildpad, naar die van mij ook. De schildpad kwam langzaam aan in beweging, draaide van het rif weg en verdween in het blauw. De volgende groep barracuda’s aan het bekijkend draaide ik me om, zag dezelfde zeeschildpad uit het blauw recht op me afkomen. Ik filmde haar, vlak voor me draaide ze naar links, ik zwom een klein stuk met haar mee. Het rif verder verkennend vond ik een grote kreeft, zelden zie je ze zo groot. Ze blijken het hier goed te doen want een meter of tien verderop, vond ik er nog vier. Twee in een kleine uitsparing in het koraal, twee in de uitsparing daaronder. Hier probeerde ik weer de balans te vinden tussen iets willen vastleggen en de dieren niet de stuipen op het lijf te jagen. De ruimte voor me werd wederom ingepikt. De kreeften schoten zo ver mogelijk naar achter in de holen. We waren inmiddels in de buurt van de pier. We hadden al een aantal zwartpuntrifhaaien voorbij zien komen, de zeeschildpad van eerder kwam nog een keer langs voor een swim-by. De pier, op zoek naar kleiner grut, kon ons gestolen worden. We zagen eindelijk haaien en andere grote vissen. Meerdere zwartpunten zwommen voorbij, de grote zeeschildpad bleef in de buurt en een kleinere at onverstoorbaar van het rif toen we voorbij zwommen. De zeeschildpadden waren onder ons gebleven terwijl wij boven kwamen. Na de duik hoorden we dat een andere groep een absolute zeldzaamheid had gevonden: de blauwring-octopus. Een kleine inktvis, uiterst giftig, met blauw oplichtende ringen erg fraai. Heel hoog op mijn verlanglijst kon het me na deze geweldige duik niet deren. Een 10.

We voeren door naar de volgende pier, dit maal van Jembaba, een klein dorpje een eilandje oostelijker. We gingen er in bij de pier, zwommen meteen vanuit de haven richting het grote kanaal. Meerdere soorten barracuda’s zwommen langs, een jonge adelaarsrog zwom voorbij. We poogden de wobbegonghaai te vinden; we troffen een aantal zwartpuntrifhaaien. Eentje was zwanger, ze zwom in een grote cirkel om me heen. Een grote adelaarsrog kwam uit de diepte op me af. In de ruimte die ik tussen ons liet, werd weer eens opgevuld door een ander. Het dier zwom er vandoor. Dit zou nog tot een ietwat verhitte discussie leiden na de duik. Niet veel later kwam de hoogzwangere witpuntrifhaai nog eens langs. Een “pup” van haar kwam aangezwommen, ze ging tussen haar jong en ons inzwemmen, haar moederinstinct perfect tonend. Op de weg terug naar de Jetty, mede door aanwijzingen van Rafly, vonden we toch de wobbegong. Het bruinachtige tapijt met een baard, lag roerloos op de bodem in een uitsparing in het rif. Ik had in Australië eerder twee wobbegongs gezien, die waren erg jong en klein, dit was een volwassen exemplaar. Een prachtig wezen, erg onwerkelijk ogend. Een 9.

De derde duik die dag zouden we nog iets meer oostwaarts doen op een locatie die wereldberoemd is: Cape Kri. Dit was tot voor kort de plek waar de meeste verschillende vissen op één duik zijn geïdentificeerd. Gegarandeerd dus dat je iets bijzonders gaat beleven hier. De kleurrijke en velerlei vormen aannemende kleintjes zijn vaak schitterend, mijn hart gaat pas echt sneller kloppen als er wat actie te beleven valt. Cape Kri heeft voor alle duikers iets te bieden. Het ligt op een kruising van waterwegen, grote waterhoeveelheden pompen door de Dampier Straits. Met de sterke stroming worden de riffen gevoed, door die stromingen komt er veel groots op af, wachtend op hun kans zich ergens aan tegoed te doen. Aan het begin van de duik daalden we snel af, op zoek naar de diklipvissen die hier in grote aantallen verzamelen. Ik heb ze al vaak gezien, ik blijf de harlekijndiklipvis en zijn tropische diklipneven en -nichten intrigerend vinden. De grote diklipvis, weer een andere variant, kwamen we ook tegen. Een gigantische Goliathbaars, een adelaarsrog, grote scholen vis, de actie volgde elkaar snel op. Bij de oostelijke kant van het eiland kwamen we op de plek waar de stroming goed op het rif inwerkte. We gingen hier hangen aan onze rifhaken: te midden van alle spektakel. Minimaal vier verschillende witpuntrifhaaien, minimaal vier zwartpuntrifhaaien, een enkele grijze rifhaai waren erg welkom, na weken van tandenknarsen waar alle haaien gebleven waren. In deze wateren horen er meer rond te zwemmen dan we tegen kwamen. En dan heb ik de grote scholen vis, van baarsje tot tonijnen, van haasvissen tot barracuda’s nog niet vermeld. We waren exact op de goede plek; overal waar je keek werd het zicht belemmerd door de jagers. Dit is een plek die je mee gemaakt moet hebben. Een dikke 10.

We voeren weer iets verder oostwaarts, kwamen aan bij een eilandje genaamd Moskion. Het is een kalksteenrots, zoals zovelen hier. Een dag later zouden we aan de andere kant duiken, waar ik pas zag dat het eiland een heel mooi strand heeft. Waarom het toch anders is dan de meeste van deze eilandjes, naast het strand, is dat het onbewoonde eiland niet zo onbewoond is als het lijkt. Terwijl de zon richting de horizon zakte, begon het eiland te ritselen en te razen. Duizenden vleerhonden werden wakker. Heel groot is het niet, het is groot genoeg een kolossale kolonie van de fruiteters te huizen. Na een ritueel van een half uur, cirkelend boven het eilandje, vertrokken ze ‘en masse’ naar Waigeo en Gam, de grote eilanden, om zich te goed te doen aan fruit.

Hun vertrek was ook het moment dat we met een aantal man te water gingen; een nachtduik aan de voet van Moskion. Met de duiklampen op zoek naar de attractie van deze plek, misten Rafly en ik een grote zeeschildpad die uit het niets tussen ons door zwom, het paste net. De attractie, de wandelende haai, vonden we niet. Ik vond op 21m diepte, even diep als eerder die dag op Jembaba, een wobbegong. In tegenstelling tot de eerdere die bruinig was, was deze wittig, erg licht van kleur. Met Nick vonden we daarna mijn eerste meervalalen (geen idee of dit een juiste vertaling van “catfish” eel is), een porceleinkrab, een orang utang krab en nog andere murenen. De andere groep had de wandelende haai wel gezien. Gelukkig voor hen, die hadden ze de eerste keer misgelopen. Een 9.

Officieel de laatste dag van de cruise was aangebroken: al was er over de einddatum enige verwarring. Een aantal gasten had gehoord dat het t/m 7 november was, een aantal gasten t/m 8 november, bij mij had ik gehoord dat het 7 of 8 zou worden met mogelijk nog een uitloop. Ik had genoeg buffer aangehouden aan het eind van de reis, een aantal vlogen vroeg op de 8e terug naar hun land. Zij doken die ochtend hun laatste duik. Degenen die konden blijven, mede ook vanwege de problematiek met de motor en de gevolgen daarvan, kregen te horen dat de achterblijvers die dag nog twee duiken zouden doen en we donderdagochtend nog een fnale zouden beleven.

Niet ver van Moskion; gingen we te water. De vleerhonden waren weer teruggekeerd, nu cirkelden er visarenden boven de boomtoppen. De locatie waar we er in gingen is genaamd Blue Magic. De potentie van de magie zie ik hier wel, alleen kwam het niet echt uit de verf. We zagen wel wat grote vissen, zoals een wobbegong die van ons weg zwom. Deze had ik nog nooit zien zwemmen, het tapijtje gleed gestroomlijnd door het water. Omhoog klimmend het rif op , was ik op zoek naar de blauwringoctopus. Ik trof meerdere krabschilden, -poten en schelpen met gaten, ik was even hoopvol het illustere wezentje eindelijk te gaan zien. Ik volgde het spoor vol slachtoffers en kwam de dader tegen. Het was een bidsprinkhaan, heen en weer paraderend tussen zijn “trophies,” niemand die hem wat kon maken zo zelfverzekerd liep hij rond. Bovenop het rif haakten we ons vast, omgeven door zilverbaarzen en barracuda’s. Indrukwekkend, we hadden alleen op meer gehoopt. Alleen was er een grote groep van een andere boot ingesprongen, die op de bodem van het rif bleven. Precies in het pad van de stroming. Hun bellen hebben de grote vissen van hun normale pad gehouden, we kregen niets extra’s te zien. Na 25 minuten hangen, braken we de duik af. Een 8.

Op Lau Lau Rock, aan de andere kant van Moskion, doken we met een kleine groep. Deels vanwege het vertrek van een aantal gasten, anderzijds om met de diepere groep het avontuur op te zoeken. De andere overgebleven groep dook op een ander rif. De stroming was erg sterk en we vonden al vrij snel adelaarsroggen, witpuntrifhaaien en divisies baarzen, tropische diklippen en barracuda’s. Een zandvlakte vol buisalen blijft bijzonder. Hier voedde een adelaarsrog zich, happend in het zand op zoek naar garnalen, kreeften en krabben. Patrik ging wel erg snel door zijn lucht heen, voor ik het goed en wel door had waren we al begonnen met de safety stop. Een 9.

De duik van deze dag zou op Sardine Reef gedoken worden. Onder leiding van Ferry zwommen Patrik, Marion en ik kriskras over een rif en niet over kleine afstanden ook. Het was hard werken. Het zicht was niet heel goed, Ferry leek vastbesloten ons grote ontmoetingen te bezorgen. Bij een zandvlakte lag een zwangere witpuntrifhaaii te slapen, we bleven op afstand, toch zwom ze weg. Op dat moment staken we over en kwamen op een kam terecht. Links en rechts gebeurde van alles, op de grens van wat te zien viel. In een flits, omdat ze zo weer uit het zicht verdwenen, zwommen grijze rifhaaien voorbij, evenals tonijnen, zeeschildpadden, barracuda’s, hors-, regenboogstekel- en blauwvinmakrelen en Spaanse makrelen. Dit zijn de jagers waar we naar op zoek waren; alleen bleven we maar in beweging, vaak ook tegen de stroom in zwemmend. Het luchtverbruik ging daarmee behoorlijk rap en na drie kwartier begonnen we aan onze safety stop. Terwijl we daar mee bezig waren, wees Patrik richting een groep vissen. Deze waren ongetwijfeld papegaaivissen gezien de vorm. Ik zwom er dichter naar toe en het werd duidelijk dat het om bultkoppapegaaivissen ging. Een familie van koraaleters die groot kunnen worden, erg groot. Ik had ooit eens in Thailand zo'n groot exemplaar gezien, dichterbij dan 15m zal ik toen niet geweest zijn. Ik hield me aan de bodem vast, om niet door de stroming weggevoerd te worden. Met hun papegaaisnavel braken ze stukken koraal af, je hoorde het rif gegeten worden. Waar ik afstand poogde te houden, kwam de familie steeds dichter naar me toe, tot ze om me heen zwommen. Met hun grote ogen bekeken ze me, alvorens ze een nieuwe aanval deden op een stuk van het rif. Marion en Patrik waren al naar boven, Ferry bleef op enige afstand mij in de gaten houden, terwijl ik de giganten vol bewondering bleef filmen. Ik bracht zo’n 10 minuten met deze groene familie door; een adembenemende ervaring. Een dik uur onder water, ondanks het harde werken, de beloning was er naar! Een 10.

Voor de laatste duik op de laatste dag, de kleine drie weken waren voorbij gevlogen, mochten we kiezen waar we gingen duiken, zo lang het maar in de buurt was. Na alle actie op Cape Kri was dat voor velen de gewenste locatie. Zelf vond ik dat het na die geweldige duik daar, alleen maar minder kon worden. Iedereen ging meteen de diepte in, ik normaliter ook, zag alleen een groep van zeker 50 bultkoppapegaaivissen. Misschien dat de familie van een dag eerder de hele vriendenkring had uitgenodigd om me op te zoeken. Een familie bleef, de andere groepen zwommen weg. Het bleek niet dezelfde groep als de dag ervoor. Echt lang kon ik ook niet bij ze blijven; ik moest contact houden met mijn groep. Langzaam zakte ik dieper af, tot ik aansluiting vond. De gezochte sterke stroming was er heel even, deze viel al snel stil. Gedurende die korte periode zagen we een aantal witpuntrifhaaien, tandbaarzen, makreelsoorten en barracuda’s. Zodra de stroming weg viel, waren ze weg. We waren precies op het wisselen van de getijden gaan duiken, geen geschikt moment. Dit kwam door de vluchttijden van menigeen de volgende dag en de “no fly time” die je moet handhaven. Een half uur later had ideaal geweest, dan hadden we weer een galavoorstelling gehad van jewelste. Nu kreeg mijn groep een andere voorstelling: we kwamen in een wasmachine terecht tijdens de safety stop. Minder heftig dan de draaikolken bij Alor, zorgde dit bij Marion voor enige paniek. We werden omhoog geduwd, tot een meter of twee onder het oppervlak, je dient op vijf meter te blijven, kort daarna naar beneden gezogen, tot een meter of twaalf. Ondertussen draaiden we rondjes in het kristalheldere water. Onze bubbels draaiden weer ons om heen, als ze al niet de diepte in gingen. Tijdens dit soort momenten moet je heel alert blijven, ik genoot ondertussen van dit spektakel. Toen mijn horloge aan gaf dat ik mijn veiligheidsprotocol had doorlopen, brak ik de duik af. Marion zou een aantal minuten later, met Ferry die haar echt onder zijn hoede nam, behoorlijk bleekjes uit het water komen. Het verschil in contrast met de glimlach om mijn gezicht was groot. Een 9

Na de duik ging ieder zijn spullen pakken, gingen we aan land in Waisai en stapten we meteen op de snelle veerboot naar Sorong, de hoofdstad van West-Papua. Dit was het formele einde van The Ring of Fire Expedition. Na de overtocht van twee uur en een taxirit, trof ik tegenover mijn hotel een reflexologie-/massagetent. Mijn geest en lijf voelden erg goed, zo dacht ik toch.... Tijdens de behandeling vond ik uit dat ik onder de kneuzingen, blauwe plekken, verrekkingen en beknelde spieren zat. Zo’n expeditie gaat dus niet in de koude kleren zitten. Het was een fantastische ervaring, de motorproblemen hebben evenwel een bedrukkend effect gehad. Toch kan ik een ieder aanraden een tocht als deze te maken. Want hoewel ik al veel gezien heb, blijf ik me vergapen aan de pracht en praal die er te vinden is in de wereld.

  • 29 November 2018 - 16:26

    Wilma:

    Wat een bijzondere wereld die ik nooit zelf zal zien, maar door jouw verhalen toch een beetje meekrijg. Dank daarvoor.

    Wilma

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Michael

Actief sinds 10 Juli 2011
Verslag gelezen: 2147
Totaal aantal bezoekers 54314

Voorgaande reizen:

16 Oktober 2018 - 13 November 2018

The Ring of Fire

10 Juli 2018 - 21 Juli 2018

De Odyssee

09 Oktober 2017 - 20 Oktober 2017

Gone fishing

31 Augustus 2016 - 21 December 2016

Pacific Rim

09 Januari 2016 - 23 Januari 2016

Diving the Andaman Sea

13 Mei 2015 - 02 Juni 2015

Bali (and more?)!

06 September 2014 - 21 September 2014

Diving in paradise

19 Januari 2014 - 28 Januari 2014

Freediving Tenerife

06 Juni 2013 - 16 Juni 2013

Kopje onder in het land van de farao's

17 Juli 2011 - 15 Augustus 2011

Made in Australia

07 Juni 2009 - 28 Juni 2009

ZO-Azië

11 Mei 2007 - 28 Mei 2007

Yucatan

Landen bezocht: