No Kumba - Reisverslag uit Kalabahi, Indonesië van Michael Doorn - WaarBenJij.nu No Kumba - Reisverslag uit Kalabahi, Indonesië van Michael Doorn - WaarBenJij.nu

No Kumba

Door: MvDoorn

Blijf op de hoogte en volg Michael

24 Oktober 2018 | Indonesië, Kalabahi

In tegenstelling tot de dag ervoor, was ik dit keer wel erg bijtijds klaar. Ontbijt achter de kiezen, mijn duikspullen klaar gelegd. Alleen was ik vergeten dat we om 08:00u gingen duiken in plaats van 07:00u. Ik heb me opgewarmd aan de steeds warmere wordende zon, ondertussen nog Claudia gesproken voor ze met een groep duikstudenten op de boot stapte. Ze liep walvissen altijd mis, ze hoopte dat ze net zo veel geluk had als ik een dag eerder. Ik dankte haar voor haar gastvrijheid, complimenteerde haar met de operatie hier en wenste haar walvissen! Ik kon niet mee, ik zou anders niet bijtijds terug zijn voor het verzamelpunt. Vandaar dat ik weer op het huisrif dook met Kermi. Ik kreeg te horen waarom er nogal wat puin lag op de bodem. Ik had al eerder gehoord over een grote aardbeving in 1992 in Flores, waarbij 2000 mensen zijn omgekomen. Het was niet de beving zelf die veel doden veroorzaakte, de opvolgende tsunami deed dat. Er groeit ook weer koraal aan en in hoog tempo, het zijn de perfecte condities hier. Veel duikers mijden dit gebied, nog refererend aan de schade van de tsunami onder water. Kermi vindt dat wel fijn, hoe minder mensen weten wat voor prachtigs hier onder water is, hoe beter het is voor het ecosysteem. Na ons gesprek trokken we onze duikuitrustingen aan, een andere Claudia dook mee. De duikroute was iets anders dan vorige keer; we kwamen wel oude bekenden tegen. Garnaaltjes, slakjes, kreeftjes in allerlei vormen, maten en kleuren, we namen er dit keer wat meer tijd voor. Dan gaan ineens nog meer details opvallen. Bijvoorbeeld pipefish die op een frogfish verbleven, niet de meest voor de hand liggende plek want het is een gulzige carnivoor, een giftige ook. Een erg lange zeekomkommer at zich een weg omhoog, terwijl vlak achter zijn vraatzuchtige tentakels, twee kleine garnaaltjes op hun gemak mee liften. Het wezen wat het meeste indruk maakte was een zeekat, de graag geziene cuddlefish. De dame was groot en veranderde van kleur en textuur, ik de show onderwijl filmend. Ze bewoog haar tentakels, me iets duidelijk makend, al denk ik niet dat ik de boodschap heb begrepen. Ik hoop nog vaak met zeekatten te duiken, oogverblindend schitterend zijn ze. Een acht.

Na de duik hing ik mijn uitrusting te drogen; een uur of anderhalf later zou ik opgehaald worden om naar Sylvia Hotel vervoerd te worden. Ik werd met open armen ontvangen door Hugo, leuk elkaar weer te treffen na 3 ½ jaar. Daarna stelde Robert zich voor, de andere cruise-leider, letterlijk en figuurlijk een bonte persoonlijkheid. Een aantal van de andere gasten was er al, het gros moest nog arriveren. Het zou nog een paar uur duren voor de laatsten zich meldden. Met de groep compleet, werden we met vijf taxi’s naar de haven gereden. Hier lag de Ratu Pelangi, de koningin van de regenboog, op ons te wachten. Patrik en ik stapten uit de taxi, aan boord en legden onze spullen op de aangewezen plek op het achterdek neer. We deden een voorstelrondje waarin iedereen iets over zichzelf vertelde en wat men hoopte te gaan zien tijdens de trip. Dit werd meteen gevolgd door een bootbriefing, wat te doen en vooral ook uit je hoofd te laten. Dit alles onder het genot van een kokosnoot om leeg te drinken. We brachten onze spullen naar de toegewezen kamers. Hier merkte ik dat mijn mobiel weg was. Deze had ik zeker mee aan boord genomen: had hem in het zijvak van mijn kleine rugzak gedaan. Een diepe zak waar hij ook niet zomaar uit kon vallen.

Patrik liet me inloggen op zijn mobiel, om mijn toestel te tracken. Eerst leek hij op de kade te liggen, we waren inmiddels gaan varen, vervolgens kwam het signaal van de boot. Enigszins geruststeld dacht ik het toestel snel te vinden. Echter de volgende update die kwam van de kade, hij was in beweging weg van de kade. Hugo en Robert aangesproken dat mijn mobiel gestolen was. Hugo had twee jonge jochies bij de boot gezien. Een Indonesier lacht altijd, deze keken link terug. Daar had hij een raar gevoel bij. We hoorden van de kapitein dat hij twee jongens van de boot had gestuurd. We kwamentot het besluit op een dhingi te stappen en naar de kade te gaan om het toestel terug te vorderen. De toestellocatie bleef zich echter verplaatsen; zo snel en zo ver dat er achter aan rennen er niet in zat. Wat volgde was een bezoek aan het politiebureau, hier waren de agenten al aan hun zaterdagavondborrel begonnen; ze wilden graag helpen. Patrik mocht met de iPhone-tracker mee in de politiewagen, drie agenten sterk, ik zat in een taxi met de chauf, Hugo, Paulo (een man die in de haven werkt) en Mossad. Een geweldige naam van de politiecommandant. We gingen van de westzijde van Maumere naar de oostzijde, zo’n 30km en weer terug. De achtervolgden hadden we nog niet in het zicht. We kwamen wel steeds dichterbij degene(n?) die mijn toestel had. De politiewagen stopte even, we haalden ze in. Het was inmiddels donker geworden. We bleven de weg volgen; hadden contact met de politiewagen. We hebben de daders in zicht werd gemeld, ze rijden in een zwarte of in een witte auto. Erg alert, de commandant en wij zaten in de zwarte. We zaten recht achter de witte wagen. Hugo ging filmpjes maken van deze achtervolging. Tot zover werd er zonder zwaailichten gereden; het is hier echt te druk en te chaotisch om met 100km/u door de straten te scheuren. 30km/u was wel erg langzaam. In een rustige straat werd de auto aangehouden. Twee man stapten uit, eentje was de taxichauffeur. Die begon een heel verhaal dat ik de mobiel in zijn auto had laten liggen. Daar klopte weinig van; mijn mobiel was aan boord. Patrik had me nog gezien met mijn toestel op de boot. De enige manier dat hij daarvan geraakt kan zijn, is door die die twee loerende jochies en die hebben hem aan de taxichauffeur gegeven. We moesten mee terug naar het bureau, waar het terughalen van mijn toestel werd gevierd. De commandant vroeg of we foto’s en filmpjes wilden maken om het goede werk van de politie van Maumere in de wereld aan te kondigen. Een beetje vreemde bijsmaak van de gang van zaken had ik wel, zeker toen de taxichauffeur ook nog eens kwam opdagen op het bureau, al met al was ik wel erg blij dat ik hem weer terug had. Op de boot hadden ze uren gewacht voor onze terugkeer; we aten daardoor laat.

De helft van de gasten ging na het diner naar bed, de anderen werden getracteerd op Hugo’s special. Ik dacht dat dat slapen was, er is een popcornmachine aan boord! Een uur later was het de hoogste tijd voor bed. In mijn ritme was ik nog niet. Erg moe was ik wel, hoop dat ik die nacht eindelijk de omslag zou maken bleek ijdel. Om de haverklap wakker, uren achtereen. Tegen de tijd dat ik in slaap viel, was het tijd om op te staan. Na de eerste duikbriefing stapten we in de ingedeelde groepjes op de dhingi en werden bij Pemana, een eiland niet ver van Flores, eruit gegooid. We daalden af richting Panama Kecil, de duiklocatie. Waar iedereen zich op het rif richtte, keek ik richting het blauw. Drie jonge adelaarsroggen kwamen nieuwsgierig voorbij gezwommen. Dit zouden ze tijdens de duik meerdere keren doen. Er patrouilleerden een aantal witpuntrifhaaien en in de diepte cirkelden twee jonge zwartpuntrifhaaien rond. Dat er meerdere haaien zijn op deze locatie is een teken dat het met de gezondheid van het rif hier best snor zit. Dit werd nog eens onderstreept door een grote zwangere witpuntrifhaai die voorbij kwam gezet. Een zeeslang, de grootste die ik ooit heb gezien, kwam voorbij gezet. Ik volgde haar; mijn camera viel uit tijdens het filmen van dit prachtige dier. Ik draaide me om, om me weer bij mijn groep aan te sluiten. Een acht.

Voor de tweede duik voeren we een klein stuk naar het zuiden; naar Pulau Pulu Besan. Dit is het grote vulkaaneiland waar ik op uitkeek vanaf Ankermi Happy Dive. De eerste twintig minuten was er weinig te beleven, veel afgestorven koraal. Ik vroeg me af waarom we hier überhaupt doken. De zwartpuntrifhaai die voorbij zwom, kon weinig veranderen aan dat gevoel. Een andere zwartpuntrifhaai doorbrak mijn teneur: hij vond wel dat ik erg dichtbij kwam en schoot er met grote snelheid vandoor. Van een grauwe bedoening transitioneerden we naar geweldige koraaltuinen. Meerdere zwartpuntrifhaaien die rond zwommen, terwijl er veel soorten vis waren. In het pallet van kleuren al fraai, ze lichtten erg mooi op door de zon die op dit stukje paradijs scheen. Ondanks het eerste overbodige stuk een acht.

Voor de laatste duik waren we het kanaal, waar ik twee dagen daarvoor had gedoken, aan de noordzijde gepasseerd. Ik was de hele dag al op de uitkijk voor walvissen, zonder succes tot dat moment. Bij het kanaal had ik twee dagen eerder een potvis gezien, ik was extra alert. Het mocht niet baten; het water was erg vlak en er kwam nauwelijks een rimpel in: er was niets groots in de buurt. Bij Pulau Babi (varkenseiland) deden we een driftduik van oost naar west. De conditie van het rif was niet heel goed, de diversiteit van de soorten was wel gigantisch. Toch waren er geen memorable momenten, een zeven.

Terug op de boot bleek dat de chef bananen had gebakken en gesmolten chocola had gemaakt. Wat een geweldige snack; iedereen verdrong zich rond het bord en de kom met de lekkernij. Ik was nog vermoeider, niet onlogisch, dan de dag ervoor. Ik had me voorgenomen tot laat in de avond door te trekken, zodat ik de volgende dag in mijn ritme was. Ik zat echter zo lekker op de bank op het overdekte bovendek, dat ik in slaap ben gevallen. Anderhalf uur later, toen het eten werd geserveerd, werd ik langzaam aan wakker. Dit was mijn beste rustmoment sinds de laatste nacht thuis. Die avond voelde ik me alles behalve moe en vreesde een nacht waarin ik weer geen slaap zou vatten. Om een uur of elf, na een heerlijk verfrissende douche, ging ik slapen. De volgende ochtend werd ik om acht uur wakker. We zouden om zeven uur ontbijten en een uur of anderhalf later duiken. Mijn eerste gedachte was dat we wat langzamer overgestoken waren dan de bedoeling was. Om me heen kijkend zag ik geen vulkaan in de buurt. We zouden bij Gunung Kumba, een hele actieve vulkaan moeten zijn. Echter voeren we midden op zee; heel in de verte wat contouren van kegelvormige bergen ontwarend. Ik had nog niet helemaal door wat er aan de hand was; zeer verheugd met met goede nachtrust. Ik kreeg te horen dat de motor van de boot overleden was en dat ondanks reparatiepogingen dat niet verholpen was. Ik werd gewezen op een dhingi die de boot sleepte; terug naar de dichstbijzijnde haven. Dit zou nog vele uren duren. Kumba als bestemming, met wat geplande duiken en hopelijk een vuurspugend spektakel in het duister, leek niet te gaan gebeuren. Langzaam voeren we richting Lambaka, terwijl links van ons de Kumba boven de Floreszee uit torent. Het uitzicht hier is fenomenaal; vier grote kegels die de horizon domineren. Onderweg kwam er een mobula achter de boot op en in gesprek met Dan, een Canadees, zagen we twee stukken hout drijven. Toch leek er wat beweging in te zitten. Naast de twee stammen, sleed ineens een rugvin door het water. Een van de stukken hout verdween, om iets later weer te verschijnen. De boel kwam in beweging, eerst kwam een staart hoog uit het water, toen de tweede. We hebben hier met een hele grote dolfijnsoort te maken, dan wel een kleine walvissoort. Ik maakte wat tekeningen van de rugvin en de staart om ze later te kunnen identificeren. Van de dhingis, inmiddels werden we gesleept door twee stuks, kwam het teken dat voor ons ergens een dugong was gesignaleerd. Iedereen liep naar de voorkant van het dek; de dugong liet zich niet meer zien.

Bij Sagu aangekomen ging de crew druk in de weer om hulp te krijgen vanuit de haven. Heb hier geen beelden bij van geoliede machines als Rotterdam of Vlissingen; er is niet eens een pier te ontdekken. Er werd een engineer gevonden, alleen waren de spullen die nodig waren voor de reparatie niet voor handen. We hadden het geluk dat er een andere liveaboard in het gebied was, die de onderdelen als reserve mee hadden. Daar moest nog wel een middag en goed deel van de avond op gewacht worden. Yaz wilde me laten kiezen op welke locatie we gingen duiken: aangezien ik al wat karmapunten had verspeeld met de telefoontoestand, liet ik die kans voorbij gaan. Daar zou ik spijt van krijgen. Patrik wees de hand aan waarin hij dacht dat de mandarijn zat. We gingen duiken in de baai en zagen een haai, een grote barracuda, een octopus, frogfish en nog wat kleine kruipers. Een acht. Na de duik hoorden van de locals dat er nog nooit iemand gedoken had. Daarmee kwam de eer de duiklocatie een naam te geven: Patrik’s Gamble was geboren.

Op dezelfde locatie deden we een nachtduik. Ergens tussen de duiken hebben we een Zweeds kaartspelletje gespeeld; genaamd Plump met Hugo, Nick en Dan. Robert legde contact met de lokale vissers om goede duikplekken door te krijgen. In ruil voor goederen kregen we de locaties door waar manta’s, dolfijnen, walvissen en walvishaaien komen. Mochten we hier lang in de baai liggen; zouden we ons misschien kunnen vergapen aan het mooie mariene leven hier. Tijdens de duik zag ik mijn eerste tweevlekkoraalduivel. De tweede onbekende, een hele grote zeeslak zonder behuizing, donkerrood van kleur, sloop over het koraal. Tussen een paar stukken koraal in bewoog een stuk koraal heen en weer; wat zou dat zijn? Een grote krab had zich versierd met het stuk koraal om niet op te vallen: de decorator crab was de derde debutant voor me tijdens deze duik. Leuk was het om het water te zien oplichten terwijl we over het rif zigzagden; er was zoveel plankton in het water dat heel kort groen oplicht door bioluminescentie. De witte frogfish, gezien op de eerste duik, zat op zijn gemak terwijl kleine vislarven voor zijn bek verschenen; wat een makkelijke maaltijd voor hem. Aan het eind van de duik volgden nog twee debutanten voor me; een grote zeeslak met een huis gleed over de bodem. Yaz en Nick wenkten me en lieten me een hele kleine witte octopus zien. Ongekend mooi, onbekend maakt onbemind gaat niet altijd op! Een negen.

Gedurende de nacht is de bemanning hard bezig geweest met de nieuwe onderdelen. In de ochtend waren die geplaatst, alleen moest de hele motor weer in elkaar gezet worden. Op het bovendek zag ik een tonijn jagen, de anderen keken mee en we zagen de geelvintonijn zonder overdrijven minimaal vijf meter hoog uit het water springen. Ik heb het zelf niet gezien, was volledig gericht op de grote vis, een van de gidsen zei dat hij een vogel uit de lucht plukte. Op weg naar de tweede duikstek, aan de andere kant van de baai, keek ik naar het actievolle water; zag jagende tonijnen en een zeilvis. Die zouden we onder water niet tegenkomen. Wel een haai en een zeeschildpad en verder weer op het macrospul, de kleine wezens, gelet. Tegen het einde aan, kwamen we in een hele mooie koraaltuin. Een acht.

Tijdens het ontbijt startte de motor en onder begeleiding van “celebrate good times” voeren we oostwaart. Met anderhalve dag vertraging gingen we op weg naar Alor. Onderweg doken we nog aan de oostzijde van Sagu, of hoe het eiland ook moge heten. Hier ligt een kanaal tussen de grote vulkaan die Sagu domineert en het volgende eiland. Er ligt vooral veel zand op de bodem, wit zand, wat opvallend is omdat er zoveel vulkanisme hier is, dat je zwart zand zou verwachten. De zanderige bodem is een goed onderkomen voor stekelroggen, daar zagen we er dan ook velen van. Ik heb nog nooit op een plek gedoken waar een duin van zand onder water lag; laat staan dat ze elkaar opvolgden. Af en toe in de grote zandvlakten, compleet gevuld met buisalen, was er een mooi blok koraal, als een oase in de woestijn. Tussen de buisalen ontdekte een nieuwe soort met superdunne aaltjes, groen en zwart gekleurd, ik dacht even dat het gras was. Naarmate de duik vorderde hoe meer koraalblokken er kwamen. Er was ook veel plankton in het water; mijn huid prikte af en toe. Na een uur kwamen we boven, een acht.

We voeren verder richting Alor met links op ruim 40km afstand de Gunung Kumba en rechts op korte afstand een ook actieve vulkaan. Rook komt uit de top en vanuit de oostelijke helling; spectaculair om te zien. Nog even terugkomend op de Kumba; de duiklocatie die we die ochtend bij Sagu deden kreeg van mij de naam No Kumba, omdat we de Kumba vanwege de problemen met de boot niet hebben bedoken en beklommen. Daar konden anderen zich wel in vinden, het advies is overgenomen. Heb ik toch nog iets te maken gehad met het benoemen van een duiklocatie. Ik stond weer op walviswacht; af en toe naar de achterkant van het dek lopend. Me hier vergapend aan de langzaam ondergaande zon, die van de zeer vlakke zee met de grote vulkaankegels en de lucht prachtige schilderijen maakte. Met Dan het over mooie reisbestemmingen gehad, deze dag vroeg mijn bed in. Een dag later volgt op Alor de eerste landexpeditie; uitrusten is het devies.

  • 24 Oktober 2018 - 18:09

    Wilma :

    Fraai verhaal, mooie ervaring Michael!
    Kijk al uit naar je volgende ervaringen.
    Xx W

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Michael

Actief sinds 10 Juli 2011
Verslag gelezen: 257
Totaal aantal bezoekers 48978

Voorgaande reizen:

16 Oktober 2018 - 13 November 2018

The Ring of Fire

10 Juli 2018 - 21 Juli 2018

De Odyssee

09 Oktober 2017 - 20 Oktober 2017

Gone fishing

31 Augustus 2016 - 21 December 2016

Pacific Rim

09 Januari 2016 - 23 Januari 2016

Diving the Andaman Sea

13 Mei 2015 - 02 Juni 2015

Bali (and more?)!

06 September 2014 - 21 September 2014

Diving in paradise

19 Januari 2014 - 28 Januari 2014

Freediving Tenerife

06 Juni 2013 - 16 Juni 2013

Kopje onder in het land van de farao's

17 Juli 2011 - 15 Augustus 2011

Made in Australia

07 Juni 2009 - 28 Juni 2009

ZO-Azië

11 Mei 2007 - 28 Mei 2007

Yucatan

Landen bezocht: