Vaavu en een beetje Kaafu. - Reisverslag uit Guraidhoo, Malediven van Michael Doorn - WaarBenJij.nu Vaavu en een beetje Kaafu. - Reisverslag uit Guraidhoo, Malediven van Michael Doorn - WaarBenJij.nu

Vaavu en een beetje Kaafu.

Door: MvDoorn

Blijf op de hoogte en volg Michael

17 September 2014 | Malediven, Guraidhoo

De nachtduik bij op zondagavond Alimaatha werd een bijzondere. Allerlei grote vissen op jacht naar eten. Het resort voert al jaren pasta, waar de verpleegsterhaaien gek op blijken te zijn. Ze dagen iedere avond op om zich te goed te doen aan wat het rif en het resort te bieden hebben. De verpleegsterhaaien waren in groten getale en hoewel er wat jonkies rondzwommen waren de meesten erg groot. Naast minimaal honderd van deze haaien zwommen er ook grote stekelroggen rond, die als stofzuigers over de bodem op zoek naar voedsel waren. Er kwamen dan ook aardig wat duikers op af, waarvan sommigen leken alsof ze een onderzeeër naar boven wilde brengen, zo fel waren de lichten. Christian en ik bleven zo ver mogelijk weg van deze goegemeente. Wanneer we licht schenen doken grote makrelen en big eye trevally op de kleine visjes die er zwommen af. Overal waar je keek was er actie. We zochten een rustige plek op. Christian zette een lamp voor ons in het zand en een grote makreel stootte hem om. De USO (Unidentied Submerged Object) kwam er ook aan want het water werd steeds helderder. “Ga even je eigen stek zoeken, mafkees!” Nadat we een tijd links, rechts en boven ons van alles voorbij zagen zwemmen wilde Christian zijn lamp pakken. Hij had alleen een stekelrog over het hoofd gezien die op datzelfde moment over de lamp zwom. Hij schrok zich een hoedje. Ik hoorde Fatteh, die iets verder naar achter tussen ons in was gaan liggen, hard lachen. We gingen naar een nog ondieper deel, zo’n drie meter diepte en hier zagen we de eerder genoemde vissen, al zagen we hier ook zwartpuntrifhaaien. Die hadden we nog niet gezien, vier stuks in totaal waarvan er één heel dichtbij me kwam. Mij in de ogen aankijkend was hij toch wat geïntimideerd want schoot weg. Na drie kwartier wilde Christian naar boven en ik vond het ook wel prima zo. Alleen toen we dat gebaarden en eens om ons heen keken hadden zo’n twintig haaien zich om ons heen gepositioneerd. Ze cirkelden om ons heen, waarschijnlijk in de hoop dat we wat pasta voor ze hadden! ;-) We hadden nog niet gegeten en roken dan ook niet als een appetijtelijk hapje voor ze. :-) Toen de bende weer afstand nam gingen we alsnog naar het wateroppervlak. We zwommen richting de dhoni, met onze lampen op onze hoofden gericht, en deelden de ervaringen. Bas had een muur van zo’n vijftig haaien op hem af zien komen. Dinsdagavond duiken we hier weer en dan eens kijken of ik ook zo’n muur tegenkom.

Maandagochtend mochten we uitslapen, 06:00u werden we gewekt. Deze ochtend doken we op Miyaru Kandu, wat haaienkanaal betekent. Hier zitten veel haaien, met name grijze rifhaaien. Alleen dient daarvoor de stroming wel het rif op te gaan (in current), de stroming kwam nu vanaf het rif de zee in. De haaien waren dan ook nergens te bekennen. We richtten ons dus op andere fauna. De leukste momenten waren het meezwemmen met een grote Napoleonvis. Ik ging daar zo in op, en dan vooral kijkend naar de tekening op z’n lichaam (ze worden ook wel Maoribaarzen genoemd vanwege de patronen) dat ik niet besefte dat er links van me een ander groot exemplaar naast me zwom. Wat meer richting de oppervlakte gaand, met een tegenwerkende waterkolom, zwommen grote scholen vis een paar meer onder de zeespiegel. We zwommen weer terug naar waar we vandaan waren gekomen. Onderweg zag Christian een groene zeeschildpad (eigenlijk is het soepschildpad maar daar krijg ik wat andere associaties bij) waar we even mee zwommen. De schildpad ging naar het wateroppervlak en dook weer onder. Ik zwom dezelfde richting in en zag links en rechts grote scholen vis voorbij schieten. Op een moment lag ik tussen twee grote groepen fuseliers. Ik zag Christian niet meer zoveel vis er om me heen was. Toen ze verder zwommen zag ik dat Christian was omgedraaid en hij zwom achter dezelfde schildpad van zojuist aan. Ik keek ondertussen nog naar de grote visscholen die af en toe diverse richtingen, edoch altijd gegroepeerd, op schoten. De reden was snel duidelijk, een makreel en een tonijn waren aan een, voor de kleine vissen dan toch, levensbedreigende vorm van tikkertje aan het spelen. Dit aanschouwd te hebben besloten we de duik te beëindigen terwijl er onder ons door toch nog een haai zwom. Ik wist dat Christian witpunten niet echt boeiend vond maar wees hem toch maar aan. Zo hadden we in ieder geval toch nog een haai gezien bij Shark Alley. ;-)

Maandagmiddag doken we later. Een deel van de crew was nieuwe voorraad inslaan (met name water omdat de waterzuiveringsinstallatie niet meer werkte) en dat duurde langer dan gepland. De dhoni kwam daarom later bij Fotteyo aan dan de Dinasha. Dit eiland ligt zuidoostelijk op het Vaavu atol. Over Fotteyo wordt gezegd dat het de beste duiklocatie van de Malediven is. Zou het dan nog beter kunnen dan wat ik al heb gezien? We doken het water in aan de buitenzijde van het rif waar het water, gevuld met organisch materiaal, vanaf stroomde. We zakten vrij snel naar een meter of vijfendertig, de een bleef wat hoger, de ander zakte onder de veertig meter. Hier waren wat holen in de muur en een onderwaterboog. De meesten van ons zwommen er doorheen. Er zwom veel vis maar de honderden zilvermakrelen waren het meest markant. We gingen richting langs de rifwand omhoog naar twintig meter en tijdens de klim zwom een adelaarsrog voor ons langs en in een boog om ons heen. Bas, Christian en ik hebben een tijdje aan de rand gehangen, veel bijzonders kwam er niet voorbij. Nadat de rest van de groep weer aansluiting had gevonden volgden we het rif wat steeds verder omhoog liep. Hier zagen we een karetschildpad, een witpunt zwom er vlak voor langs en deze volgend verscheen er een Napoleonvis in beeld. We bekeken wat koralen vlak onder het oppervlak en zwommen weer een klein stukje terug. Binnen het rif ligt een grote zandvlakte en overal waar je keek zag je blauwvin trekkervissen. Deze Titan Triggerfish, in het Engels, waren erg territoriaal en gingen agressief achter alles aan wat ze niet aan stond. Twee vrouwtjes zwommen niet te ver onder me. Gebeten worden door zo’n vis wil je niet dus hoopte maar dat ik geen jaloezie opwekte. Na vijftig minuten kwamen Christian, Arthur en ik boven. Op het kleine stukje naar de Dhinasha met de dhoni zagen Arthur en ik een zeilvis uit het water springen en er meteen weer in landen. Enige momenten later zag ik nog een zeilvis die verticaal het water uit kwam, een paar keer om zijn as draaide, alvorens met zijn kop naar beneden in het water te verdwijnen. De duik was leuk maar het zal wat mij betreft nog moeten blijken dat dit de mooiste duiklocatie is. We gaan er nog een aantal keer duiken dus kansen genoeg om overtuigd te geraken!

Na een korte briefing en tochtje met de dhoni sprongen we weer bij Fotteyo het water in. We gingen minder diep dan de vorige keer. Het zicht was nog slechter dan de eerste duik. De duik zelf verliep goed, alleen was er weinig spectaculairs te zien. Toen ik dacht dat het niets meer zou worden hoorden we het geluid van dolfijnen. We hoorden ze steeds luider en bleven stil hangen in het water, kijkend naar het oppervlak. Ineens hield het geluid op en waarschijnlijk hadden ze in de smiezen dat we er waren. Helaas kregen we ze niet te zien. We hadden vanaf de boot al regelmatig deze tuimelaars gezien in de baai alleen zijn ze erg schuw, in tegenstelling tot de dolfijnen in Egypte. Niet veel later was er een grote Napoleonvis en twee bijzonder gekleurde murenen (naast de normale die er altijd wel zijn): de grote netmurene en een goudkleurige, de yellow margin murray eel (de Nederlandse naam nog opzoeken) die me met grote oranje ogen aan keek. Verder zwommen er nog wat mooie tandbaarzen rond: zoals de pauw tandbaars, stierkop tandbaars, sneeuwvlek tandbaars en donkervinnige forelbaars. Na dik vijftig minuten kwamen we weer boven. Vanavond gaan we BBQ-en op een kleine zandbank vlak bij de Dhinasha. De crew is druk bezig dit feestmaal voor te bereiden.

Onder een heldere hemel vol sterren, werden we met de dhingi naar de zandbank vervoerd. Daar had de crew flink de best gedaan om het leuk aan te kleden. Kaarsen verspreid over het strand, een tafel van zand met lange kuilen parallel daaraan om goed te zitten, twee tafels vol lekker eten en als klap op de vuurpijl een zandsculptuur van een walvishaai. Het eten was weer heerlijk en onze blikken dwaalden af naar de sterrenhemel met de overduidelijke strepen van de Melkweg. Af en toe schoot er een vallende ster door de lucht terwijl af en toe krabben zich langs ons wurmden; “ga van ons eiland!” Vijf minuten nadat we terug waren op de Dhinasha was er ineens een harde regenbui. Mijn plan, om op het zonnedek onder de sterrenhemel te gaan slapen, viel daarmee in duigen.

In de ochtend gingen we bij Fotteyo op zoek naar hamerhaaien en zwommen vanaf het rif de zee in. De condities waren niet heel goed. Het zicht was belabberd en de stroming stuwde ons soms twintig meter omhoog, om daarna weer een meter of tien naar beneden te duwen. De afgesproken kleine formatie waaierde uit elkaar en de groep splitste zo in tweeën. We hoorden weer dolfijnen maar zowel hen als de hamerhaaien kwamen we niet tegen. Het gevoel van richting was je totaal kwijt. Na een klein half uur staakten we de zoektocht. De kompassen boden uitkomst om het rif weer te vinden. Langs het rif zwemmend was er weinig opmerkelijks te zien. Bas signaleerde dat er wel wat te zien was en de groep zwom snel achter elkaar aan. Omdat ik voorop zwom en daarbij de andere kant op moest heb ik een manta gemist. Alleen de voorsten hebben deze kort gezien, tijdens deze klopjacht zwom er een witpunt onder me door. Fotteyo heeft alle ingrediënten een toplocatie te zijn, met drie duiken waarbij er navenant niets gebeurde heeft het mij niet kunnen overtuigen. Christian was hier in januari en is wel overtuigd, misschien moet ik maar een keer terugkeren naar de meest oostelijke punt van de Malediven (Indonesië ligt 4.500km oostwaarts). Het zou geen straf zijn.

Na de duik voeren we richting Fedilhoo, de hoofdstad van Vaavu Atol. Hier liepen we een rondje met de groep. Het eiland is verzorgder dan het eiland van Rashdoo waar wij waren. Er schijnen hier nauwelijks toeristen te komen, toch telde ik vier souvenirshops. Na een uurtje voeren we terug naar de boot, genoten van de lunch, waarna we terug naar Alimaatha voeren. In de middag doken we op Ekuga Giri, niet ver van Alimaatha. De duiklocatie was niet heel bijzonder, veel zand en verbrijzeld koraal. Toch was er op momenten wel wat leuks te zien, zoals de grote netmurene en een zeeschildpad. Er zwommen veel soorten koraalvlinders rond en ook de pauw keizervis is een echte blikvanger. Aan het einde van de duik begon het te regenen en de golven boven de Giri aan te zwellen. Eenmaal boven werd het er niet beter op, de golven werden zelfs krachtiger. Het kostte dan ook moeite aan boord van de dhoni te komen. Na een turbulente tocht, die vanwege de wind ook nog eens koud was, kon de dhonir niet naast de Dhinasha komen te liggen. We moesten van de dhoni afspringen en een stukje overzwemmen, om vervolgens aan de achterkant van de Dhinasha aan boord te gaan. Iedereen kwam veilig over en ging zich opwarmen. Mubin had donuts neergezet. Met een bak thee of koffie erbij en de lichaamstemperaturen klommen langzaam aan omhoog. De komende dagen lijkt er wat meer slecht weer in het verschiet, we moeten zien hoe dat voor onze duiksafari uitpakt. Vanavond staat er weer een duik gepland met o.a. de verpleegsterhaaien bij Alimaatha. De zee is alweer wat rustiger, dat had Bas ook voorspeld omdat hoogtij voorbij is, dus er is goede hoop dat deze sowieso door gaat.

Toen het donker was sprongen vijf man het water in om op de dhoni te geraken. De duikgidsen gingen niet mee, ook Christian liet verstek gaan. Jeroen en ik vormden weer een buddy-paar. Na het aantrekken van de uitrusting sprong ik in het water en merkte meteen dat ik iets vergeten was om te doen: mijn loodgordel. Lekker handig van me…. De golfslag was niet meer zo erg als vanmiddag maar het kostte me moeite bij de dhoni te komen. Toen het lukte gaf de crew mijn gordel aan, het omdoen ging niet heel snel. Toen het uiteindelijk lukte daalden Jeroen en ik af en er zwommen op dat moment minimaal vijftien verpleegsterhaaien om ons heen. Je voelde de staarten tegen je aankomen! We daalden verder af en het zicht was belabberd, hooguit vijf meter. Er waren minder duikers dan twee dagen geleden en het was dan ook donkerder, wij hielden onze lampen uit. Of het door het uitblijven van veel licht was of vanwege een andere reden, weten we niet: er zaten beduidend minder haaien in het water dan zondagavond. Wanneer er één opdoemde volgden er meestal meer, dat had je vaak pas op het laatste moment door. We zagen ook twee grote stekelroggen, de een met een hele lange stekel (Rose pijlstaartrog, max 1.50m breed, staart kan 5 meter worden), de ander met een kortere stekel waar een veer aan leek te zitten (gevlekte pijlstaartrog, max 1.80m breed). Met wat naslagwerk uitgevogeld welke types dit zijn. We kozen een plek in het zand en er zwommen naast de haaien grote makrelen langs al was er stukken minder actie. We zwommen af en toe een rondje en richting het einde van de duik kwamen er wel meer haaien in beeld, de schimmen omcirkelden ons op enige momenten. Op een moment kwam een wat kleinere exemplaar recht met haar kop op mijn masker af. Hij bleef stil hangen, zo vlak voor me. Hij ging weer achteruit en ietsje later kwam hij weer vlak voor me hangen, alsof hij me aankeek (ogen staan aan de zijkant dus zal wel gesnuffeld hebben op zoek naar eten). Ik aaide hem over zijn rug. Echt lekker voelde dat niet want het leek een beetje op schuurpapier. Jeroen was druk aan het gebaren, waarschijnlijk was hij het er niet mee eens dat ik aan de haai zat. Ik heb mijn bril tijdens deze duik een keer of zeven moeten afzetten en schoonmaken. Het had iets rustgevends wanneer ik dat deed. Ik zag grote schaduwen voorbij trekken en ik was op mijn gemakje mijn beslagen bril aan het poetsen. Het voelde als absolute controle. De grote muur van haaien, zo’n 50 stuks die tegelijk richting het voederpunt zwemmen, waar over gerept wordt, werd weer niet gezien. Na ruim een uur kwamen Jeroen en ik boven, Susanna en Thilo sloten zich bij ons aan. De golven maakten het wat lastig weer aan de dhoni te komen. Terug bij de Dhinasha sprongen we weer in het water. Toen we daar uit klommen stond er een kop warme chocomel voor ons klaar. Meteen daarna werd het eten geserveerd. Het is nu 21:30u en het is mooi geweest voor vandaag. Afhankelijk van het weerbeeld morgen mogen we uitslapen, of niet. Bij slecht weer gaan we eerder op om te ontbijten, om vervolgens de overtocht naar een ander atol te maken. Op basis van het weer van vandaag ga ik er van uit dat we er vroeg uit moeten.

Eerder vandaag was ik om 05:15u klaarwakker, blijkbaar zit ik in het vroege ritme. Ik heb toch maar geprobeerd verder te slapen wat na een uurtje toch nog lukte. Om half acht stond ik op en trof de rest van de groep op het achterdek. Het was enigszins bewolkt maar de zon liet zich ook zien bij Alimaatha. Het resort lag er mooi bij, ik had alleen geen zin om mijn camera te gaan halen om er wat kiekjes van te maken. Het anker werd gelicht en we waren op weg, zouden oversteken naar het Zuid Malé Atol (ook wel Kaafu). Alleen trok ineens de wind hard aan, de hemelsluizen gingen open en de golfslag werd erg wild. Bas zei “dit is niet goed, dit is helemaal niet goed!” We konden het Vaavu Atol niet verlaten met deze omstandigheden. We bleven dan ook aan de rand liggen. Zo snel het weer eerder omsloeg, zo kalm werd het ineens. Na kort oponthoud staken we over. Onderweg werd het weer wel weer slechter. Ik las een gids over de Maldiven, alleen met de golfslag werd ik ietwat duizelig. Ik ben op mijn kamer gaan liggen en voelde de boot soms flink heen en weer wiegen. Ik ben weer in slaap gevallen, om 10:30u klonk ineens “briefing!” We waren aangekomen bij Kandoomafushi en doken hier op Kandhu Thila. Een onderwaterplatform in een kanaal. Hier staat doorgaans sterke stroming waardoor er veel grote vissen zitten. Witpunten, grijze rifhaaien, adelaarsroggen en duizenden makrelen tegelijk. Het was van belang op een stuk rots uit te komen zodat de stroming ons niet meteen mee zou sleuren door het kanaal heen. Het zou dan een korte duik worden. Alleen was er navenant geen stroming, de rots hoefden we dus ook niet aan vast te klampen. De scholen makrelen werden ook niet gezien, dat gaf weinig hoop voor het vervolg van de duik. Toch zagen we in het begin een witpunt en het kanaal in zwemmend zagen we nog wat witpunten op het zand liggen. Af en toe zwom er een tonijn langs en een mooie tandbaars trok mijn aandacht. Kort daarna kwam een adelaarsrog van mijn achterzijde over me heen gezwommen. Hierna zag ik de eerste grijze haai van de duik. Iets later verscheen dezelfde adelaarsrog en vertrok weer in onze zwemrichting. Af en toe zwom er een witpunt rond, alleen hier eiste een grijze haai de aandacht op. Bas signaleerde voor nog een grijze rifhaai en gaf kort daarna nog een aantal signalen kort achter elkaar. Hij wees naar waar de haai zwom, alleen dat hij meerdere malen signaleerde betekende dat hij meer in de gaten had. Ik zwom naar de rand van de thila en zag iets bewegen. Wat was me nog niet helemaal duidelijk. Een paar vinslagen verder keek ik op een grote groep adelaarsroggen. Ze zwommen met achttien stuks in de richting waar we gestart waren. Ik zwom iets met ze me. Omdat ik richting het einde van de duik zat had ik niet genoeg lucht in de tank om met ze mee te zwemmen (en daarna nog normaal, incl. safety stop het water te verlaten), bovendien zwommen ze vrij rap, wat mijn luchtvoorraad ook niet zou helpen. Ze verdwenen uit zicht en een grijze rifhaai trok weer de aandacht.

Dit deel van het verslag werd onderbroken doordat er een grote school dolfijnen (minimaal vijftig, waarschijnlijk een stuk meer) tussen het eiland en de boot heen en weer zwom. De tuimelaars zijn erg schuw maar ik wilde het er toch op wagen. Ik trok mijn snorkelspullen aan en ging het water in. Thilo had hetzelfde plan. De dolfijnen waren inmiddels bij een ander eiland dus we gingen weer het water uit. Toen zag ik een aantal tuimelaars buitelingen door de lucht maken voordat ze weer in het water landden. Ze waren weer dichterbij, op zo’n 250 meter, trok mijn spullen meteen aan en ging het water in. Er achter aan gaan heeft geen zin, ik bleef een tijd in het water liggen. Ik hoorde ze al niet, laat staan dat ik ze onder water te zien zou krijgen. Toch maar weer uit het water, de tuimelaars speelden vrolijk door.

Susanna zwom een meter of tien onder me en volgde een Echte Karetschildpad (Hawksbill turtle). Ik keek weg en zag nog een witpunt en een grijze haai. Ik hing op vijf meter diepte en besloot aan mijn safety stop te beginnen. Ik draaide om mijn as en zag iets groots liggen onder een stukje rif. Het was een schildpad, deze was stukken groter dan de schildpad van zojuist. Het was een Soepschildpad (‘green turtle’ in het Engels). Ik daalde af naar een meter of vijftien en de schildpad liet me erg dichtbij komen. Ze was groot en zag er mooi uit, geen algen, tekenen van ouderdom of littekens van haaienbeten. Ik had nog nooit zo een grote zeeschildpad gezien! Ik heb haar gefilmd, terwijl de karetschildpad op een meter of vijf afstand wat stukken van het rif begon te eten, en wat foto’s gemaakt. Daarna ging ik een meter boven de grote dame hangen en deed mijn armen wijd, om te kijken hoe groot haar schild was van de voor naar achterkant. Na de safety stop heb ik op de boot gemeten, het schild was 1.54m. Met hoofd erbij een indrukwekkende 1.75m. Deze duik was weer erg mooi, na gisteren dacht ik eventjes dat ik er op uitgekeken was. Straks gaan we weer op dezelfde locatie duiken. De stroming is als het goed is sterker en mag daarmee hopen op nog veel meer mooie ontmoetingen onder de zeespiegel.

We sprongen het water in en daalden binnen een minuut af naar het rotsblok op dertig meter diepte. De stroming was sterker en daarmee het zicht, door al het organische materiaal minder. Maar het minder zicht werd ruimschoots gecompenseerd door wat je kon zien. Na het blok verlaten te hebben kwam de volgende rots in zicht. Wat volgde was een aaneenschakeling van “WOW”-momenten. Er hingen hier uitzonderlijk veel doktersvissen maar wat echt mijn aandacht kreeg was een aantal adelaarsroggen die voorbij zwemmen. Arthur, Christian en ik zwommen richting de rots en het werd mooier en mooier. Er zwom een grijze rifhaai en toen we bovenop de rots gingen hangen bleken er nog veel meer adelaarsroggen te zwemmen. Sommigen kwamen erg dichtbij. Een witpunt zwom beneden ons en links van ons patrouilleerde een zilverpunt, zwom kleine rondjes om de drie schaduwen op de rots niet uit het oog te verliezen. Af en toe zwom er weer een stel adelaarsroggen langs en stofzuigerde een grote stekelrog over de bodem, op zoek naar garnalen, krabben en kreeften. Geen verkeerd dieet als je het mij vraagt! Omdat er niet heel veel tijd tussen de eerste en tweede duik zat konden we hier niet al te lang blijven. De stikstof van de eerste duik was nog niet helemaal afgebouwd en tijdens deze duik nam het weer rap toe. Er zwommen nog twee adelaarsroggen voor me langs, ik ging er vlak boven hangen, voor Christian en ik onze weg vervolgden. Een grote tonijn zwom vlak voor Christian langs, we zagen er hier en daar nog meer. We zagen Arthur op een rand hangen, hij was een grijze rifhaai aan het filmen. We gingen niet ver van hem liggen en kregen een ‘swim by,’ eerst van één haai, niet veel later van twee. Dit was op een meter of twintig en ik kreeg een non-deco aan mijn broek, drie “strafminuten” omdat ik te lang te diep was. De tank begon ook leeg te geraken, we moesten werken om op dezelfde positie te blijven hangen (dus meer verbruik van lucht). Christian en ik begonnen aan de safety stop en hier was mijn “straf” alweer verdwenen. Toch twee minuutjes extra blijven hangen op vijf meter diepte, hier kan je lichaam namelijk makkelijker van de stikstof af. Het weer sloeg vlak na de duik weer om in wind en regen. Zojuist zwom een groep van vijftien dolfijnen nog even langs de Dhinasha toen we in beweging kwamen. De kapitein zit rechts naast me, hem vragend naar de coördinaten blijkt de bestemming Gulhi te zijn. Mocht het weer het toelaten gaan we daar in de buurt een nachtduik doen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Michael

Actief sinds 10 Juli 2011
Verslag gelezen: 441
Totaal aantal bezoekers 49023

Voorgaande reizen:

16 Oktober 2018 - 13 November 2018

The Ring of Fire

10 Juli 2018 - 21 Juli 2018

De Odyssee

09 Oktober 2017 - 20 Oktober 2017

Gone fishing

31 Augustus 2016 - 21 December 2016

Pacific Rim

09 Januari 2016 - 23 Januari 2016

Diving the Andaman Sea

13 Mei 2015 - 02 Juni 2015

Bali (and more?)!

06 September 2014 - 21 September 2014

Diving in paradise

19 Januari 2014 - 28 Januari 2014

Freediving Tenerife

06 Juni 2013 - 16 Juni 2013

Kopje onder in het land van de farao's

17 Juli 2011 - 15 Augustus 2011

Made in Australia

07 Juni 2009 - 28 Juni 2009

ZO-Azië

11 Mei 2007 - 28 Mei 2007

Yucatan

Landen bezocht: