Nuku Hiva, de Markiezen
Door: Michael van Doorn
Blijf op de hoogte en volg Michael
28 September 2016 | Frans Polynesië, Atuona
Na aankomst was er wel wat gedoe. De pensions die ik had aangeschreven hadden niet gereageerd, er was dan ook geen vervoer voor me geregeld. Op bijv. Schiphol geen enkel probleem, maar op het kleinste vliegveld wat ik ooit heb gezien, zijn je opties heel erg beperkt. Het dorpje waar ik uit wilde komen, Taiohae, was anderhalf uur rijden van het vliegveld. Ik sprak wat mensen aan en kwam via via bij een taxichauffeur terecht, de allerlaatste. Ik probeerde uit te leggen dat ik nog geen bevestiging had gehad, maar dat in Taiohae de meeste pensions zaten. De chauffeur Kevin sprak geen woord Engels en ik een paar zinnen Frans. In Lonely Planet aangewezen naar welke pensions ik wilde, in welke volgorde. We begonnen met keuze A, Moana Nui, Ze hadden niet gereageerd, toch pogen. Na een schitterende rit over de vulkaanrand die in het midden van het eiland lag (daarover iets later meer), met onderweg een paar keer stoppen voor de indrukwekkende utzichten, kwamen we in Taiohae aan. Aangeklopt bij het pension, of ze plaats hadden. Dat hadden ze niet. Kevin babbelde nog wat met de medewerkster en mijn voornaam valt. "Oh, tu es Michael, bienvenue!" Ik had in ieder geval plek, maar apart dat ze niets lieten horen. Later zou ik me nog meer verbazen omdat er nauwelijks gasten waren... Voor de rest prima locatie met een mooi uitzicht op de baai. Verder lekkere ontbijtjes (wel wat eentoning na paar dagen) en prima menu voor lunch en diner. Veel mensen kwamen op de grote pizza's af, zelf heb ik alleen maar visgerechten gegeten. Dagelijks komt er verse vis binnen, zoals tonijn, wahoo, zwaardvis en makreel. Voeg daar de lokale vruchten en/of groenten aan toe, een kokossaus valt ook aan te bevelen, en het is echt smullen geblazen.
Na aankomst ben ik gaan rondlopen in de baai. Eerst ben ik bij een piki (heilige plaats) gaan kijken. Ik heb er ook een tijdje gezeten om de omgeving op me in te laten werken. Het was vrij warm, verkoeling zocht ik daarom niet veel later in de branding. Een wandeling richting de haven leverde me mijn eerste ontmoeting met (wilde) zijdehaaien op. Ze deden zich te goed aan de resten van vis. De vissers en hun kroost gooiden dat in zee, gevangen vis werd hier gelijk schoongemaakt. Ook zit in de haven het Centre Plongee de Marquises. Met Xavier had ik al gemaild over opties te duiken hier. De zee was te wild geweest waardoor het zicht te slecht was om te duiken. Normaliter met al het plankton is het zicht hier 10 tot 20 meter. Dat is niet heel goed, ook niet heel slecht overigens, het plankton trekt veel vis, van heel klein tot heel groot. Alleen met een paar meter zicht heb je er weinig aan. Xavier liet per mail weten voorlopig niet te duiken. Marie, zijn vrouw/partner (?) trof ik in de shop om Xavier te ontmoeten. Het is een duikshop nota bene, maar ze wilde er niets over zeggen. Als klant voel je je niet helemaal welkom. Of het de Franse slag is of iets anders... Who knows?
Even terug naar de Markiezen. Een deel van FP wat erg afgelegen is, de mensen die hoorden dat ik er heen ging, waren over het algemeen jaloers. Ruwe landschappen, tropische wouden maar ook naaldbossen op de vulkaanranden, tot zo'n 1.200m hoog. Nuku Hiva kent een plateau wat aan de bovenkant van een grote caldera ligt. Van deze caldera is nog de helft boven water, de rest ligt ergens op de zeebodem. Die bodem bereikt hier al snel 2.000m diepte. Ook de kleine caldera, Taiohae ligt er midden in, is nog maar voor de helft zichtbaar. De halve vulkanen zijn gezonken. Het levert spectaculaire kliffen op, waarin je de verschillende aardlagen en vulkaanuitbarstingen kan tellen als je op zee voor de kust dobbert. Er zijn hier geen kustriffen en de zee beukt hier dan ook tegen het eiland. Qua vis en zoogdieren zwemt er van alles. Grote scholen hamerhaaien, heel veel rogsoorten en met name manta's, verschillende soorten dolfijnen en af en toe walvissen. Er mee zwemmen of duiken zou ik niet, op een uitzondering na. Naast de zijdehaaien heb ik nog wat jonge zwartpuntrifhaaien van de kant gezien, anderen die ik sprak hebben vanaf de kant manta's gezien. Wetende wat er in het water zit, was het een tegenvaller dat ik niet zou gaan duiken hier. Maar mijn lijst hield niet op met duiken. Zo had ik een aantal mogelijke wandeltochten genoteerd, een paardentocht en een zoektocht naar witlipdolfijnen.
De korte nachten op Tahiti, de verplaatsingen en het geregel van mijn reis in dit deel van de wereld, hadden wel effect op me. Je krijgt ook veel indrukken en het weg van huis en haard zijn begon langzaam aan ook door te dringen. Ik was woensdagavond dan ook afgemat. Daarom besloot ik donderdag een verplichte rustdag in te bouwen. Die dag heb ik aangegrepen om, met fraai uitzicht op de baai, mijn eerste reisverslag te schrijven. Zo nu en dan keek ik op en zag een haaienvin door het water klieven of een fregatvogel overkomen op zoek naar een lekker stuk vis. Toen ik klaar was besloten aan mijn conditie te gaan werken. Ik llep hard naar een heilige plaats. Heuvel op zo'n 1,5km, dus hooguit 3km. Dat liep toch wat anders, de heilige plek niet gevonden. Ik zou wel verkeerd gekeken hebben en besloot om verder omhoog te rennen. Na 5,5km in totaal en een op hol geslagen horloge van alle gelopen trappen, ben ik weer naar beneden gerend. Mijn kuiten flink verzuurd, mijn knieën hadden het zwaar. Na 10,5km was het mooi geweest, ik was weer terug bij Taiohae. Voor Tohua Koueva, de heilige plaats, had ik blijkbaar nog iets verder moeten lopen over een zijpad: dwars door een steengroeve waar volop gewerkt werd. Ik zou er niet meer terugkeren. Donderdagavond niet al te laat gaan slapen, voor vrijdag had ik een excursie geregeld waarbij ik een groot deel van het eiland zou zien.
Om een uur of half negen werd ik opgehaald door Richard. Een gids die erg goed was, wist veel over de geschiedenis en schakelde moeiteloos van Frans naar Engels en andersom. Hij probeerde het iedereen, we waren met vier gasten (Patrick en zijn vrouw (Frans stel, zij sprak geen woord anders dan Frans) en een Deense, Josephine), naar de zin te maken. Dat lukte hem goed. We reden van Taiohae naar Taipivai. Hier bezochten we een kerk en een lokale artiest. Hij maakt allerlei traditionele kunst van stukken schelp, botten of zaden. Erg mooi en voor op mijn dressoir meer dan genoeg mooie dingen, maar voor mijn verdere wandeltochten is het de bedoeling kilo's kwijt te raken. Van mijn bepakking dan, al zouden wat overtollige kilo's van mijn lijf ook welkom zijn! ;-)
Taipovai ligt trouwens in een schitterende baai, misschien wel het meest idyllisch gelegen dorpje wat ik ooit heb gezien. Toch is het geen veilige plek om te wonen. Zo luidt regelmatig het tsunami-alarm. Dat ontaardt niet altijd in een ramp, maar de tsunami die 'Fukushima' ontketende, heeft dit dorp in drie fases weggespoeld. Ondanks dat verhaal kon ik niets anders dan genieten van de uitzichten van Controleur Bay (waar vier baaien bij elkaar komen). Na Taipivai zijn we bij een copra-fabriek langsgereden. Onderweg stopten we telkens als hij een plant zag die we nog niet gezien hadden, vaak als die vruchten hadden. Indien we die konden proeven dan wel ruiken plukte hij wat exemplaren. Zo deden we ons die dag tegoed aan mango, papaya, de cashew-vrucht (svp niet de noot proberen als die niet gebakken is, de bittere en tegelijk zure nasmaak zat nog uren in mijn mond! :-) ), grapefruit, kokosnoot, guave en roken we onder andere koffie, noni en bloemen van allerlei pluimage. Bijzondere vogels werden ook aangewezen, ik heb er slechts een paar onthouden. In ieder geval keek je je ogen uit, kwamen de aroma's je tegemoet en werden je papillen op heerlijk vers fruit getrakteerd.
Nog voor de lunch zijn we bij de historische (gerestaureerde) site van Tahakia gaan kijken. De plaatsen waren gebouwd in drie lagen. A) Pai pai, stenen basis waarop huizen gebouwd werden. B) tohua waar de rituelen op uitgevoerd werden, met toeziend tiki, beelden van bijv. stamhoofden en nog hoger C) de woonplaatsen van de leiders. Die waren vaak versierd met petrogliefen, tekeningen in steen. Er stond ook een hele grote boom, een banjo. Deze zou vroeger, in 1872 als ik me niet vergis, helemaal vol hebben gehangen met schedels. De rituelen die hier werden uitgevoerd waren dans, initiatie (zowel tatoeage als besnijdenissen) en ook offers aan de goden. Dat ging niet gepaard zonder geweld. Onthoofdingen hoorden erbij. Als je als kind oud genoeg was onderging je een tatoeage-sessie van meerdere maanden. Je hele afkomst werd op je getatoeëerd, van je gezicht tot je middel. Hoe ouder je werd hoe meer je er bij kreeg gezet. Hoe meer je er bij had, hoe hoger het aanzien. Het kon zijn dat je ziek werd van al die bewerkingen, dan had je pech. Of je werd gedood of ze lieten je vechten en als je dan het onderspit delfde werd je alsnog onthoofd. Zwakte werd niet getolereerd. En van een besnijdenis kon je uiteraard ook het een en ander oplopen, hetzelfde stond je te wachten.
Het recht van de sterkste gold, daar was ook wel reden toe. Los dat afkomst heel belangrijk was en je tradities overbracht, waren er constant gevechten met andere stammen op het eiland. Werd je verslagen door je vijand was de kans groot dat je werd opgegeten. De overwinnende stam geloofde dat hierdoor hun kracht toenam. De 'mana', de geest, kon met zo'n einde geen rustplaats vinden. Een grotere schande was er niet.
Ondanks al de uitingen van kracht en de vele oorlogen, bloeiden de samenlevingen hier. Ik heb verschillende getallen voorbij horen komen, ik hanteer hier wat ik van meerdere bronnen gehoord heb. Als ik terug ben van reis wil ik het nog wel eens nader uitzoeken. Tot in de 19e eeuw woonden op deze eilanden zo'n 100.000 mensen. Door alle externe bezetters/onderdrukkers kwam er nog meer geweld naar de Markiezen. Vuurwapens en metaal, onbekend tot dan toe, werden door bijv. Fransen gebruikt om te ruilen tegen voedsel. De bewoners gebruikten dit weer tegen andere stammen. Ook het niet volgen van het opgedrongen geloof liep niet goed af. Gevangen gezet, gemarteld en zo, de Westerse waarden in optima forma. Het katholicisme was (en nog steeds is) het meest prominent, maar er waren meerdere geloven die hun versie van God hier kwamen "verspreiden"
De meeste doden vallen echter toe te schrijven aan iets onzichtbaars; de vele ziekten die Westerlingen meenamen. Pest, tyfus, siffilis en nog van alles wat de bevolking decimeerde. Van de 100.000 bewoners waren er op het dieptepunt nog 2.070 over. 98% van de bevolking weggevaagd. Inmiddels wonen er iets meer dan 9.000 man op de Markiezen, op twaalf eilanden. Beter gezegd op 6 van de 12, 6 zijn er onbewoond. Met nog geen 15.000 toeristen per jaar een bijzondere bestemming.
Met het horen van de geschiedenis, die is nog uitgebreider, en het rondwaren op zo'n archeologische locatie, schiet er nogal veel door je heen. Beelden van hoe er geleefd werd, wat goed en/of slecht was/is, vragen waarom we zo graag ons lot overlaten aan anderen en over de aard van de mens. Mijn eigen overtuiging ging ik aan de kaak stellen; tot nieuwe inzichten ben ik niet gekomen. Toch goed om er af en toe bij stil te staan.
Na een heerlijke lunch in Hatiheu naar het museum aldaar gegaan om nog iets meer te zien van de geschiedenis, kunst en cultuur. Pas in 1984, toen FP zelf-regerend werd, werden veel verboden ingetrokken. Tatoeages, lokale liederen en allerlei andere uitingen waren taboe. Er is daardoor veel verloren gegaan. Door onderzoekers uit vroeg 20e eeuw is er wel het een en ander gereconstrueerd.Tatoeages, dans, de muziek met drums (de kunst van speciale fluiten wel verloren gegaan), oude vistechnieken en het ambacht van het maken van tiki's.
's Middags nog een archeologische site bezocht, die van Hikokua alvorens we terugkeerden naar Taiohae. Hier hebben we nog wat papaya en grapefruit "gevangen' en opgepeuzeld. 's Avonds gegeten met Kevin (een Franse dokter in opleiding op Tahiti), Sara (Franse dokter in hetzelfde ziekenhuis en Kevin's roomie op Tahiti) en Josephine.
Op zaterdag heb ik met Eric, een Franse gids, en een Frans-Engels newly-weds stel (Nicolas en Julie) een tocht gemaakt naar de Vaipo waterval (350m hoog) in de Hakiheu-vallei. We voeren er heen per boot. De baai nog niet uit kwamen we de 'melon headed whales' tegen, in het Nederlands witlipdolfijnen. Het waren er minimaal honderd. Gezien de beschrijvingen van deze groep kunnen het er veel meer zijn geweest (200-400). Het is een grote clan! Eric zei dat ze twee jaar niet meer in deze baai gezien waren. Ik maakte van het buitenkansje gebruik en sprong in het water. Het zicht was niet heel goed. Boven water zag je de vinnen door het water gaan, je hoorde ze ook duidelijk klikken, onder water zag je hooguit een paar meter ver. Vanaf de boot was het minimaal zo mooi: in groepjes van 7-8 kwamen ze langzaam aan, simultaan op de boot afgezwommen, hun koppen uit het water om ons te bekijken. Dat deden meerdere groepjes tegelijk. Ik ben nog een keer het water in gegaan en zag er nu meer. Eentje zwom onder me door terwijl er rechts, links en voor me langs groepjes dolfijnen kwamen. Langzaam aan zwommen ze weg, ik had geen vinnen bij me dus meezwemmen had weinig zin. De boot weer op. Mijn nieuwe toestel, zes dagen oud, viel van een bankje en waar het ergste leek dat het scherm gebarsten was, bleek dat hij helemaal niet meer werkte. Balend dat deze lijn met de buitenwereld verbroken was en weer een reeks foto's e.d. die ik kwijt was. Gelukkig had ik de dag ervoor de mooiste foto's online geplaatst. Maar de shows van de dolfijnen lijken verloren. De bijzondere ontmoeting scheelt wel dat ik er geen speciale excursie voor hoefde te regelen! :-)
In de prachtige baai van Hakiheu aangekomen bereiden we ons voor op een tocht van 6,5km. Onderweg weer veel van dezelfde planten als de dag ervoor, af en toe mooie uitzichten of een riviertje dat we moesten oversteken. Bij een oversteek zat er een grote aal. Deze filmend wilde hij mijn camera opeten. Op de terugweg zagen we hem niet meer, later die dag zagen we een filmpje waarin hij door een nog grotere aal werd omgebracht en opgegeten.
Eric had veel te vertellen. Over de geschiedenis van de vallei, nu nog bewoond door slechts 4 mensen, de heilige plaatsen en gebruiken. Vlakbij de waterval gekomen maar niet te dichtbij, er bestaat een serieus gevaar dat er een steen van 350m hoogte op je hoofd valt. We hebben onder een overhangende rots geluncht en zijn daarna weer 6,5km terug gewandeld naar de baai. Onderweg wees Eric nog wilde geiten aan die op de steile wanden klommen en een aantal graven die op een veilige plaats in de rotswanden waren geplaatst. Veilig zodat de vijanden de 'mana' niet konden verstoren. Bij terugkomst in de baai hebben Eric en ik nog even gezwommen. Helaas had ik gemist dat er manta's in de baai waren, hiervan kreeg ik later ook beelden te zien van een andere excursie in hetzelfde gebied.
Op zondag ben ik paard gaan rijden. Ik weet de naam van de gids echt niet meer. Hij kon geen Engels, nauwelijks Frans en af en toe stootte hij wat uit in het Polynesisch. Josephine, die ik kende van de excursie vrijdag, was ook van de partij. De tocht was 7km van Hatiheu naar Anaho Bay. Het paard was me in het begin flink aan het testen, het was ook weer even geleden voor me, de tocht ging toch vrij soepel. Een beklimming van een fikse heuvel over smalle paden met aardig wat hindernissen en fraaie vergezichten vanaf die heuvels. Aangekomen in Anaho heb ik daar gesnorkeld. Er was weinig te zien, het zicht was niet heel denderend, wel kwamen heel veel tropische vissen me van dichtbij bekijken. Blijkbaar zwemmen er hier niet heel veel mensen. Na een uur maakte de gids de paarden weer gereed en reden we via een andere route 7km terug. Na terugkomst een tukje gedaan, 's avonds wat gegeten en verder gaan slapen. De volgende dag nam ik de taxi naar het vliegveld van Nuku Hiva. Ik ging aan boord van een Twin Otter, op weg naar mijn tweede bestemming op de Markiezen: Hiva Oa.
Nuku Hiva moet toch wel een van de mooiste, zo niet de mooiste plaats zijn, waar ik ooit geweest ben. Indrukwekkende landschappen, interessante geschiedenis en erg bijzonder qua flora en fauna. De mensen zijn wat stugger dan ik eerder heb gezien in de Pacific. Dit kan met de duistere geschiedenis te maken hebben, de bedreiging die outsiders altijd meenamen en/of dat de jeugd hier als ze naar de middelbare school moeten, hun familie moeten achterlaten. Middelbare school is 1.500km verderop, in Tahiti. Hoewel normaal hier, kan het niet anders dan dat het grote impact heeft op de ontwikkeling van kinderen. Degenen die echt doorleren zullen hier niet snel terugkeren om hun leven op te bouwen. Het lijkt paradijs hier en je kan hier echt zelfvoorziend leven, de ruwe kanten zijn ook zeer evident. Het heeft me van begin tot eind geboeid, alweer een plek waar ik graag weer terug zou keren.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley