Hiva Oa
Door: Michael van Doorn
Blijf op de hoogte en volg Michael
01 Oktober 2016 | Frans Polynesië, Atuona
Op het vliegveld zag ik al snel een vrouw met een bordje voor het pension waar ik zou verblijven. Ik meldde me en kreeg een ontvangstketting om mijn nek. Op het ene eiland gooien ze bloemen op je nek, hier op de Markiezen waren het kettingen van lokale zaden. De chauf zat me wat warrig aan te kijken. Een paar keer mijn naam vragend; ik mocht mee. In de auto vroeg ze het nog een paar keer. Eenmaal aangekomen bij Temetiu Village moest ik toch maar eens mijn voucher laten zien. Ik had in mijn beste Frans uitgelegd dat ik had gemaild, een reactie had gehad waarin stond dat ik een nacht niet kon blijven. Dat had ik beantwoord als zijnde “geen probleem.” Code van WiFi gekregen en de emails laten zien. “Oh, die is van moeder ja.” Ze ging even overleggen en ineens kon ik twee kamers krijgen voor de vijf benodigde nachten. De Franse slag, de Polynesische slag, de Frans-Polynesische slag, ik zie een patroon.
Ik dropte mijn spullen in mijn bungalow en ik werd met andere nieuwe gasten, een Frans stel, naar de begraafplaats gereden. Hier liggen twee artiesten begraven, Paul Gauguin, de beroemde schilder en de Belgische zanger, Jacques Brel. De begraafplaats ligt ook boven de baai van Atuona; zeker de mooiste begraafplaats die ik heb gezien. Erg kunstzinnig was ik niet die dag, er kwam weinig los bij het zien van de laatste rustplek van deze grootheden. Na een minuut of vijf ben ik terug gaan wandelen naar mijn verblijf. Een kilometer of vier in de zengende hitte; ik was toe aan een tukje. Ergens werd die abrupt onderbroken, er werd hard op de deur gebonkt met “Mi-ka-el, Mi-ka-el!!” Of ik even wilde verhuizen want een familie kwam en die had meer bedden nodig. Dat ik verhuisde naar een kleinere bungalow met evenveel bedden…. De rekening zou wel dalen, niet alleen omdat de kleine bungalow minder kostte, later zou blijken dat ik nog 50% korting kreeg voor een nacht.
De hele week zou ik mee-eten met wat de familie van het verblijf kookte elke avond. En eten maken, die kunst verstaan ze hier. Zeer verse vis (die dag gevangen) op allerlei manieren bereid, ook kalks- en varkensvlees passeerden de revue. Heerlijk met lokale vruchten en veelal ook met kokosmelk. De ontbijtjes waren ook niet verkeerd, vooral het verse fruit smaakte goed. Energie had ik ook wel nodig, de dinsdag ging ik op mijn eerste excursie. Een begeleide tour over het eiland. We zouden niet alles bezoeken, maar tijdens de rondrit zouden we wel aandoen, wat ik wilde zien. Piva, een zeer markante man, zou ons die dag allereerst de Smiling Tiki laten zien. Hij had er veel verhalen over. Ik heb ze niet allemaal gevolgd, zeker niet tot in detail. Hij had namelijk moeite om te schakelen van Engels naar Frans of andersom. Hij had gevraagd of het in het Frans mocht. Ik vond het prima, alleen het tempo waarin dat ging en de karrenvracht aan woorden die ik niet kende… De hoofdlijnen begreep ik wel, de rest probeerde ik in te vullen. Het was erg vermoeiend. We reden verder naar een baai waar we het Afrikaanse Hoofd konden zien. Dit is een groot natuurlijk rotsblok wat in zee staat en er als een Afrikaans hoofd uit ziet. In Hanaiapa waren ook enkele petroglyphen te zien, waaronder die van de Vogelman. We reden weer over de enige rotonde van de Markiezen rond, Piva bleef lachen over deze rariteit die ook nergens nodig voor is. Daarna reden we alsmaar verder omhoog over Ootua, een 869m hoge berg. De top zouden we net niet bereiken, de uitzichten waren grandioos. Net als op Nuku Hiva was er een aparte mix van tropische bomen en naaldbomen. We daalden langzaam aan weer af naar Hanapoapoa-baai, we waren op weg naar Puamau. Onderweg zagen we wilde geiten en hoorden verhalen over Piva’s familie. Hij is in deze streek opgegroeid. Zijn hele familie heeft er inmiddels ook land, van zee tot in een vallei, tot en met zijn opa aan toe. We stopten nog bij een klif. Hier werden ooit mensen geofferd aan de goden. De goden leefden in de zee, niet zoals bij veel geloven in de hemel. Het leven en de voorouders kwamen uit zee. Met een duw werden jonge meisjes van de 150 (!!!) meter hoge klif naar beneden gegooid. Ik heb even over de rand gekeken, daarna ging ik weer veilig bij de weg staan. In Puamau hebben we heerlijk geluncht. Uiteraard weer verse vis, bereid met allerlei lokaal lekkers qua kruiden en vruchten. Pompelmoes in kokosmelk was een ogenroller. Waar een tukje op zijn plek leek, gingen we naar een heiligdom bij Puamau: Iipona. In mijn verslag over Nuku Hiva heb ik al over rituelen geschreven: hier waren de verschillende secties heel duidelijk te onderscheiden. De sjamaan, de dokter, het dorpshoofd, zijn vrouw en nog een tiki keken neer op de sectie waar de rituelen zich afspeelden. De beelden, zo vertelde Piva, zijn exact uitgelijnd als een bepaald complex op Paaseiland. Piva was erg blij met mijn constatering dat Iipina ouder is en kolonisten, dat waren de Polynesiërs lang voordat “wij” dat waren, later Paaseiland zouden cultiveren. Hij bleef er maar over doorpraten. Ik vind het reuze-interessant, na die ochtend kon ik al geen Frans meer horen, lette dan ook nauwelijks meer op. Ik was dan ook blij dat we even bij een strand stopten. Ik maakte gebruik van de gelegenheid mijn vinnen aan te doen en de zee in te gaan. Het zicht was niet heel goed en na verhalen eerder die dag over tijgerhaaien, ook in deze baai, zwom ik niet heel erg op mijn gemak. Eruit dus, dat was geen straf, Piva had namelijk zijn ukelele uit de wagen gehaald en was lokale liedjes aan het zingen. Heel leuk, het klonk nog goed ook. Na de terugkeer heb ik foto’s gekeken van het Franse stel wat mee was, Jean-Raoul en Helene. De foto’s die ik wilde hebben, vanwege gebrek aan een eigen gedegen camera, sloeg ik snel op. Ik heb ze meteen ook maar online gezet: dubbel genaaid houdt beter.
Op woensdag heb ik niet heel veel gedaan, buiten het opzetten van specifieke invulling van mijn tijd op de Tuamotus. Ik heb weer pensions uitgezocht en via email geprobeerd te reserveren. Er kwamen geen reacties, donderdagochtend voor mijn volgende excursie gevraagd aan een van de familieleden of ze voor me zou kunnen bellen naar het lijstje namen wat ik had genoteerd. Na terugkomst van een Tahuata, een eiland ten zuiden van Hiva Oa, waren al mijn verblijven geregeld.
De dag Tahuata begon met een mooie overtocht vanuit de haven. Hier lag het vrachtschip cq cruiseschip, om half vier ’s nachts al begonnen met lossen en laden. Dat had me nogal wakker gehouden, mijn bungalow lag niet ver van het schip. We voeren over woelige baren, achterop de boot was ik drijfnat geworden, naar Tahuata. Een klein eiland met een piek van 1.050m. We voeren van baai naar baai, uitkijkend over het water en het eiland. Er wonen 100 man op dit eiland, de meeste ervan leven van het land en proberen iets bij te verdienen door het maken en het verkopen van kunst. Handgemaakte werken, erg mooi, het meeste dan toch. Ik neem op reis altijd wat mee naar huis van mijn bestemmingen, om op mijn dressoir te zetten. Ik kan alleen nog geen kilo extra meenemen, zit al aan mijn maximum en mag nog een paar maanden. Ik moest me inhouden om niets mee te nemen. Het is gelukt. We voeren naar een andere baai, waar we leerden te leven van het land. Niet alle kneepjes, maar het bood een leuk inzicht in hoe lokale gebruiken waren ontstaan. We, de mannen, leerden ook nog een haka, onder de bezielende leiding van Piva. Onze “Oe-Aa-ee”s moesten indruk maken op rivaliserende stammen. De vrouwen werd geleerd hoe zij moesten dansen. We werden nog gefeteerd op andere haka’s door Piva en twee andere gidsen. De een was de dans van de vogelman, de ander een dans om mensen welkom te heten. Ook een dans om het broederschap in de stam te versterken. Ik had de lunch en daarbij gepaarde muziek gemist: ik was druk met snorkelen. Op de Markiezen zou ik niet duiken, op Hiva Oa was geen instructeur, en het water hier was helder genoeg om lekker rond te zwemmen. Ik zwom al snel een haai tegen het lijf. Nou ja, bijna dan toch; hij was er niet van gediend en zwom heel rap weg. Nieuwsgierig als hij was kwam hij toch steeds terug. Een keer zwom hij in een boog om me heen, terwijl ik over de bodem langzaam mee draaide. Ik was wel wat verbrand bleek achteraf, ik had mijn shirt niet omgedaan in mijn enthousiasme het water in te gaan. Na het feestgedruis voeren we terug naar Atuona en zongen nog veel liedjes mee. Die avond kreeg ik weer foto’s van Jean-Raoul, zij verlieten vrijdag Hiva Oa. Die avond nog met ze gesproken en de volgende ochtend uitgezwaaid.
Op vrijdag weer een rustige dag. Ik ben naar de lokale kapster geweest. Een Franse, twintig jaar geleden hier naar toe gekomen en nooit meer weg gewild. Ze werkt twee halve dagen in de week, om iets aan inkomsten te hebben. Verder leeft ze van land en zee. ’s Avonds vroeg Christophe of ik bij zijn vrouw en dochter wilde aanschuiven, mijn Frans werd al iets beter en we spraken over reizen en bestemmingen. Ze wonen op Tahiti, na deze avond heb ik een lokaal adres mocht het nodig zijn!
Op zaterdag heb ik mijn spullen ingepakt, de rekening betaald en ben naar het vliegveld gebracht. Weer een mooie vlucht met de uitzichten op Hiva Oa en Nuku Hiva. Onderweg zag ik nog Ua Pou en Ua Haka liggen. De landing was dit keer minder spectaculair, fraai was hij zeker omdat we langs de oost- en noordkust afdaalden. Na de landing op Nuku Hiva, Rosine, de vrouw van de souvenirshop bijgepraat over Hiva Oa en gedag gezegd; ik werd aangesproken door Reginaldo en zijn vriendin. Ze hadden me horen hakkelen in het Frans en concludeerden dat ik wel een Nederlander moest zijn. Dat zijn zij ook; alleen zijn ze vorig jaar naar Bora Bora verhuisd om daar te wonen/werken. Dat bevalt ze goed. Toen ik vroeg of ze hard moesten werken, hoorde ik dat ze wel lang moesten werken, maar verre van hard. En gaat hier allemaal, zelfs op het hele toeristische Bora Bora, in een veel lagere versnelling. De vlucht naar Tahiti verliep ook voorspoedig. Een taxi bracht me naar Pension de la Plage, hier ben ik gaan snorkelen. De zonsondergang was mooi, net als wat er onder water was. De zonsondergang won het echter en had het meeste van mijn aandacht. Twee heerlijke crepes gegeten op de korte weg terug naar mijn slaapkamer. Veel meer dan slapen heb ik daarna niet gedaan. De volgende dag uitgecheckt en opgehaald met de taxi, door Sandra en haar man (zij had me de avond ervoor ook hierheen gereden). Op het vliegveld heb ik een nieuwe mobiel gekocht. Die middag vloog ik via Mataiva naar Tikehau.
-
06 Oktober 2016 - 07:12
Wilma :
Wat een mooi verhaal! Blijf genieten.
Dikke kus Wilma
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley