Woestijnfiguren (Nazca, Palpa en Paracas) - Reisverslag uit Paracas, Peru van Michael Doorn - WaarBenJij.nu Woestijnfiguren (Nazca, Palpa en Paracas) - Reisverslag uit Paracas, Peru van Michael Doorn - WaarBenJij.nu

Woestijnfiguren (Nazca, Palpa en Paracas)

Door: Michael van Doorn

Blijf op de hoogte en volg Michael

28 November 2016 | Peru, Paracas

Eenmaal in Nazca, pakte ik mijn laatst overgebleven Lonely Planet. De edities van South Pacific en South America heb ik resp. achtergelaten en overgedragen aan mijn Franse vrienden. Zij zouden er nog baat bij hebben, bij hun reis door Zuid-Amerika. En hoewel er al veel gesneuveld is tijdens mijn reis, neemt het gewicht van mijn bagage gestaag toe. De laatste weken sta ik mezelf soms toe een snuisterij te kopen. Het moet allemaal wel mee naar huis te torsen zijn. Torsen door Nazca zou ik niet heel lang hoeven doen. Ik had een hostel aangeschreven, ik kreeg geen reactie. Als je de afgeschermde bushalte uit loopt, word je getackeld door taxichauffeurs of verkoopsters die je lokale lekkernijen aan de man willen brengen. Dat gebeurt door heel Peru. Tussen de dringende meute stond een vrouw die me vroeg of ik al een onderkomen had. Omdat ik nog geen reactie had, besloot ik haar niet af te wimpelen. Ze werkt voor Backpackers hostel. Ik liep mee om te kijken of ik de kamers wat vond, dat was zo. De prijs was ook goed, ik zou hier minimaal een nacht slapen.

Nu ik mijn slaapplek had bemachtigd, was het tijd om meteen te gaan doen, waar ik hier voor gekomen was. In de woestijn buiten Nazca liggen de Nazca-lijnen en –figuren. Hier las ik als kind al over, het intrigeert me nog steeds. De uitgelezen manier om ze te bekijken is vanuit de lucht. Er zijn drie verschillende smaken wat betreft de vluchten, ik koos de voor mij beste optie uit. Een klein vliegtuig met vijf passagiers, wat laag over de figuren vliegt. Dit voor het beste zicht. Ik zat met drie Duitsers en een Chinese, plus de twee piloten. Voor we aan boord mochten, moesten we gewogen worden. Ondanks de kleding, portemonnee, telefoon en geen toiletgang, blijk ik vier (het kan dus meer zijn) kilo lichter dan toen ik aan mijn reis begon. Wat ik altijd al dacht: reizen is gezond! Op basis van onze gewichten, kregen we een stoel in het Cessna-vliegtuig aangewezen. We kregen een folder in onze handen gedrukt, met daarop de zestien figuren die we gingen bekijken. Ook zetten we koptelefoons op, hierdoor kregen we uitleg van de tweede piloot te horen. Ik keek uit het vliegtuig, Nazca is een smalle groene strook in de woestijn. Verderop in de woestijn ontwaarde ik de eerste lijnen. Sommigen zijn kilometers lang. Een drietal ligt exact richting een tempelcomplex, waar ik later op de dag naar toe zou gaan. In de volgorde van de folder zagen we de getekende figuren. Nou ja, een uitzondering in het vliegtuig: de Chinese. Die zat achter me, toen we nog geen flinke bocht gemaakt hadden, kwam haar bocht naar buiten. Ze zat recht achter me, ze zal vanaf dat moment alleen de kotszak gezien hebben. Bij de walvis maakten we eerst een scherpe bocht naar links. Met aanwijzingen vonden we de tekening. Daarna volgde er een scherpe bocht naar rechts zodat de passagiers aan de rechterzijde deze ook goed konden bekijken. Ver van de zee, midden in de woestijn was er deze tekening van een orka (65m lengte). Hierna zouden we trapezoïden (93m) bekijken, een figuur dat zwaait naar de ruimte (genaamd de astronaut, 35m), een aap (93m), een hond (50m), een kolibrie (93m), een spin (46m), een condor (135m), een pelikaan (300m), een papegaai (230m), een paar handen (50m) en een Arbol-boom (Tuleboom, 70m). Het was mooi om te zien. Ondanks dat de vlucht dik bijna drie kwartier duurde, vloog de tijd voorbij. Richting het eind van de vlucht waren de meesten misselijk geworden, de scherpe bochten volgden elkaar snel op. De walm van de Chinese heeft absoluut aan de misselijkheid bijgedragen, zo niet veroorzaakt.

Alvorens we landden vlogen we nog over de aquaducten van Nazca. Dit zijn grote slakhuizen die in de bodem afdalen. De Nazca en daarvoor de Wari, hebben deze in de woestijn gelegd. Hierdoor was agricultuur midden in de woestijn mogelijk. De helft van dit systeem werkt vandaag nog steeds. Tijdens de woestijntour die middag, zou ik een ander aquaduct van dichtbij bekijken. Gecreëerde oases om de bevolking van eten en water te zien. Dit aanschouwend kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat alle rituelen in de woestijn, vaak gepaard met menselijke offers, een manier was de bevolking in toom te houden. Goden die in de woestijn aanbeden werden, gigantische figuren die de goddelijkheid kracht moeten bijzetten. Je waagt je niet buiten je leefgebied, je leven is veroordeeld tot die smalle groene strook in de woestijn. Het hoogste goed was het voortleven van de gemeenschap; niet in de pas lopen zou zomaar je dood kunnen betekenen. Was het niet door de barre omstandigheden, dan wel door de leiders. We reden met de buggy, waarin incl. chauffeur tien man zaten, naar Cahuachi. Dit was een heiligdom van de Nazca. Het tempelcomplex ligt in een oppervlakte van 24 vierkante kilometer. Er zijn zo’n dertig verschillende heuvels geteld, het zouden allemaal piramides zijn. Er zijn drie piramides uitgegraven. Hoewel het een gigantisch complex is, was het wandelpad niet al te lang. De plek kwam niet tot leven, de gids liep niet mee, de hele dag vertelde hij bar weinig. Ik struinde iets langer rond dan de rest, probeerde me iets voor te stellen bij wat er zich hier ooit afspeelde.

We reden verder de woestijn in. De gids liet ons woestijnuilen zien. De kleine dieren schuilde in een kleine spelonk, schuilend voor de zon. Een kilometer verderop stopten we weer; dit maal om restanten van mummies, die massaal in deze woestijn lagen, te zien. Grafrovers zijn vandaag de dag nog steeds actief in het gebied, laten weinig intact. De overheid heeft de overblijfselen die de rovers achtergelaten hebben bij elkaar gelegd op hopen. Schedels en botten, soms voorzien van haar en/of huid, potscherven en hier en daar kleding waarin de mummies verpakt zaten. Ook hier kwam er weinig tot leven, de gids vertelde niets over rituelen en gebruiken. “Yes, here are bones and skulls!” Ja, dat zien wij ook wel, Manolo. We reden door naar zandduinen, om hier met de buggy doorheen te crossen. Daarna konden we nog sandboardend de duin af. Dit deed ik twee keer, een keer zittend op het board, de andere keer op mijn buik liggend. De middag was me niet echt bevallen. Okay, interessante dingen gezien, maar ik heb echt niets opgestoken. Wat maakt een goede gids een verschil. Een fooi kreeg de jongen dan ook niet van me.

Omdat ik de hele dag nog steeds ziekjes was, besloot ik die avond meteen te gaan slapen. Na een paar uur werd ik wakker gemaakt. De manager klopte op de deur of ik wat wilde drinken. Ik zei dat ik lag te slapen, ik water had en er niet uit zou komen. De volgende ochtend opstaand kwam de manager met kleine oogjes op me af: ‘you missed a great party last night!’ Ik vroeg of hij me kon helpen aan het regelen van een vlucht over de veel minder bekende Palpa-figuren. Deze worden ingeschat als een millennium ouder dan de Nazca-figuren. Alleen omdat het zo onbekend is, is er ook bijna geen andere toerist te vinden die dit ook wil doen. Er waren nog twee gegadigden, rond het middaguur kreeg ik te horen dat ze niet gingen. Ik heb meteen besloten Nazca te verlaten. Ik liet me met een taxi rijden naar het uitzichtpunt van Nazca. Hier kon ik naar drie figuren kijken. Ik had ze alle drie al vanuit de lucht gezien. De Tuleboom, de hagedis (al stond deze niet bij de zestien figuren op het lijstje) en de handen. Deze laatste figuur ziet er op de kop uit als een kikker. Hoe robuust de figuren er vanuit de lucht uit zien, zo fragiel zien ze er uit van dichtbij. Dunne lijnen waar het zand ontdaan is van de stenen, die samen een groot figuur vormen. De hagedis is getweëendeeld, de Pan American Sur (de Zuid-Amerikaanse snelweg) loopt er dwars doorheen.

De taxi reed me door om de Palpa-familie te gaan bekijken. De veel complexere figuren zou ik niet zien, de familie op de wand van lage heuvels waren grappig om te zien. In totaal telde ik acht figuren. Het dorp Palpa is net als Nazca een groene strook in de woestijn, deze figuren liggen kilometers zuidelijk van Palpa. Na een kwartier te hebben getuurd, reed de chauffeur me naar een bushalte. Hier pakte ik de bus naar Ica. Voor 2,30 Euro een busrit van twee uur. Ica zou een plek zijn waar ik minimaal een nacht zou blijven. Niet dat er heel veel te beleven valt. Er is een oud centrum en in de streek wordt goede wijn gemaakt. De bus stapte vlak bij het oude centrum. De straten liggen vol vuil, zand en opgedroogde modder, het is er ronduit smerig. Ik overwoog dan ook niet om hier te blijven. De volgende stop op mijn schema zou Huacachine zijn. Een oase in de woestijn, ligt slechts vier kilometer westelijk van Ica. Huacachine staat bekend om zijn feesten en het sandboarden. Aangezien ik nog steeds ziek was leek het eerste me uiterst onhandig, het sandboarden had ik al gedaan in Nazca. Ik heb een bus gezocht die me naar de volgende bestemming zou brengen: Paracas. Daar reed ik twee uur later mee weg: Huacachine letterlijk links laten liggen. Een uur later kwam ik in Paracas aan. Het was al donker, daarom zag ik de zee niet. Naar een hostel lopend, werd ik aangesproken door een organisator van excursies, je komt er hier nergens onderuit. Wat ik van plan was te doen de komende dagen. Dat wist ik wel, heb voor de volgende dag een vaart naar Ballestas-eilanden geboekt en later een woestijntour. Na ingecheckt te hebben bij Paracas Backpackers heb ik een heerlijke trilogie van Peruviaanse Paella, seviche en gefrituurde zeebaars gegeten.

De volgende ochtend meldde ik me bij het bureau, vandaar liepen we het kleine stuk naar de haven. Voor het eerst in drie weken zag ik weer de zee. We voeren we uit naar de Poor Man’s Galapagos: de Ballestas-eilanden. Hier huizen heel veel vogels, pinguïns en zeeleeuwen. In de haven had ik al veel pelikanen gezien, onderweg naar de eilanden vloog er van alles over. Of zagen we even een kop van een zeeleeuw uit het water steken. Voor we bij de eilanden aankwamen had ik mijn ogen op de zandwand aan de linkerzijde gericht. Mijn buurvrouw, een Nederlandse, tikte me aan: “daar is het figuur in het zand waar je het over had.” De oorsprong en de leeftijd van het figuur, de Paracas Cadelabra (kandelaar) zijn niet bekend. Er zijn wat theorieën over. De eerdere figuren in Nazca gezien te hebben, leek me een link met Nazca het meest logisch. De orka die ik gezien heb, kan hier in de oceaan gezien zijn. Wellicht was er contact tussen deze plek en Nazca, misschien zelfs dezelfde bevolking. Er is wel een klein probleempje met die verklaring. Ondanks dat ze hier een feestmaal zou wachten met al die zeeleeuwen, in het broedseizoen zelfs ruim 5.000, zijn er in deze streek geen orka’s. Of ze er ooit waren hier, staat niet vast. Het kan ook een baken geweest zijn voor zeevaarders, of een verering van een cactussoort. Een nog onopgelost raadsel in de woestijn.

We voeren door naar de eilanden. De stank nam toe, we roken de uitwerpselen van alle dieren die hier waren. De gids vertelde er levendig over terwijl een aantal zeeleeuwen voorbij zwommen om ons te bekijken. De drang om in het water te gaan was erg groot. De meesten bleven op de rotsen liggen. Zij bewaken hun fort een jaar, voor de grote kolonie terugkeert voor het broedseizoen. De zeeleeuwen hebben hier geen natuurlijke vijanden. Het water is een paradijs voor ze. De Peruviaanse stroming, in het Westen aangeduid met de Humboldt-stroming, komt uit de diepte van de Pacific. Het water is heel koud, zit vol mineralen. Daardoor groeit veel plankton vlak voor de kust, door de zon nog eens extra snel dan elders. Vissen van klein tot groot, vogels van klein tot groot doen zich tegoed aan deze ogenschijnlijk onuitputbare bron van voedsel. Toch is het leven niet makkelijk met de weersomstandigheden. Het is er gortdroog, overdag is het verstikkend heet, ’s nachts ijskoud. We zagen nog de Humboldt-pinguins, Peruviaanse booby’s (nee, geen Peruviaanse meiden die hun topje lieten zakken, booby’s zijn vogels), cormoranten en roodkopgieren. Overal waren er vogels. Het eiland ruikt gigantisch, door alle poep die er ligt. Deze guano, is 20 keer zo vruchtbaar, als reguliere mest. Er is letterlijk oorlog gevoerd om de poep van deze vogels.

Na terugkomst op het vasteland heb ik met twee Spaanse gasten en een gids even snel een broodje gescoord. Paola en Natalia uit Madrid hadden een andere excursie, naar Huacachine, ik ging de woestijn in bij Paracas. We reden naar een museum waar we meer te zien kregen over de Peruviaanse stroom, welk leven er huist, zoals zeeotters (helaas niet gezien), naast de al genoemde bewoners. In het verleden leefden hier reuzepinguïns en reuzepelikanen. Na het museumbezoek, vanwaar we een grote kolonie flamingo’s in de baai zagen, reden we door naar verschillende uitzichtpunten. De uitzichten bieden hele mooi vergezichten, zoals bij De Kathedraal. Vogels duiken constant in de zee om een visje te vangen.

Bij een roodkleurig strand keken we uit over de baai. In deze baai zouden we lunchen. Hier ligt het vissersdorp Lagunillas. Ik nam een gemengde vis- en zeevruchtschotel. De garnalen, krab, zeebaars, inktvis smaakten goed. Na de lunch heb ik nog van heel dichtbij een pelikaan, die zich aan het wassen was, zitten bewonderen. Terwijl hij bezig was, deden twee meeuwen hetzelfde. Na een minuut of vijf kwam de grote vogel in beweging, vloog naar zijn vrienden iets verderop. Wij werden teruggereden naar Paracas. Ik zou die avond vroeg eten, vroeg naar bed om verder uit te zieken.

Op maandagochtend werd ik wakker. Ik won nog iets meer informatie in over wat er nog meer te doen is. Dat bleek niet heel veel meer dan wat ik al gedaan had, of niet aan te sluiten bij mijn wensen. En beter worden deed ik liever op een plek waar ik veel mogelijkheden heb. Ik heb nog even gekeken of ik hier kon duiken, ik zag twee duikshops. De prijzen die ze me vroegen, gaven me aan dat ze niet echt wilden duiken. Op veel duurdere bestemmingen, betaal je veel minder. Als er nog iets anders te doen was, had ik wel gebleven. Ik liep naar Cruz del Sur om te vragen of ze plek hadden om me uit de woestijn te halen. Twee uur later kon ik mee met de bus naar Lima. Die kans heb ik gepakt: na vier uur rijden kwam ik aan in deze stad met bijna 9 miljoen inwoners.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Michael

Actief sinds 10 Juli 2011
Verslag gelezen: 693
Totaal aantal bezoekers 55331

Voorgaande reizen:

16 Oktober 2018 - 13 November 2018

The Ring of Fire

10 Juli 2018 - 21 Juli 2018

De Odyssee

09 Oktober 2017 - 20 Oktober 2017

Gone fishing

31 Augustus 2016 - 21 December 2016

Pacific Rim

09 Januari 2016 - 23 Januari 2016

Diving the Andaman Sea

13 Mei 2015 - 02 Juni 2015

Bali (and more?)!

06 September 2014 - 21 September 2014

Diving in paradise

19 Januari 2014 - 28 Januari 2014

Freediving Tenerife

06 Juni 2013 - 16 Juni 2013

Kopje onder in het land van de farao's

17 Juli 2011 - 15 Augustus 2011

Made in Australia

07 Juni 2009 - 28 Juni 2009

ZO-Azië

11 Mei 2007 - 28 Mei 2007

Yucatan

Landen bezocht: