Rangiroa, een dolfijne ervaring!
Door: Michael van Doorn
Blijf op de hoogte en volg Michael
11 Oktober 2016 | Frans Polynesië, Avatoru
De Tuamotus zijn allemaal atollen. Ooit ontstaan uit vulkanisme, zoals meer recentelijk (nog altijd miljoenen jaren terug) de Markiezen. Alleen zijn de vulkanen hier veel verder onder het water gezakt. Een lot wat ook de Society-eilanden (zoals Bora Bora en Huahine) wacht, de Markiezen zijn als laatste aan de buurt. Bij dit proces groeien er riffen, die langzaam aan omhoog komen, terwijl de vulkaan steeds verder naar de zeebodem zakt. Die riffen zitten vol leven, vooral op de kanalen tussen de oceaan en de lagune. De stromingen daar trekken van alles aan, van heel klein tot heel groot.
De eerste duik begon meteen goed. Net onder water en meteen een aantal dolfijnen. Twee zwommen er om een groepje mededuikers op een meter of vijftien diepte, drie anderen zwommen hoog boven ons, zich snellend naar een groep andere duikers. De twee zwommen ook die kant op. Heel dichtbij mij kwamen ze niet, het maakte toch veel indruk. Het zicht was redelijk goed, heel diep gingen we niet. Wat ik ergens wel jammer vond. Dat kwam omdat ik vlak boven de bodem aan het tellen was geslagen en in eerste instantie tot 18 haaien kwam. Later zou ik er van dit type, de grijze rifhaai, dik het dubbele tellen. Ik was er ook maar mee opgehouden. Hetzelfde overkwam me met de witpuntrifhaai. Ik zag er een viertal op de bodem liggen, dit is een van de weinige haaien die niet verdrinkt zonder te zwemmen, richting het einde van duik zwom ik tussen minimaal 10 individuen. Onder ons, de bodem lag zo’n 25 meter dieper dan dat wij waren, zwom er een adelaarsrog. Net als de twee zilverpunthaaien die volgden, was hij net wat te ver om te filmen. Verder viel op dat er veel doktersvissen, in aantal en qua verschillende types, rondzwommen. Er waren een drietal soorten barracuda’s, van klein in scholen, tot grote solitaire. En naast makrelen, voor de kenners (van Rex Hunt) de vlijmscherpe “trevallies,” tonijnen zo groot als ik ze zelden heb gezien. Blauwvin-, geelvin en hondstandtonijnen. En ja, de gangbare rifvissen waren er ook, maar het grote onderwaterleven trekt nog altijd meer mijn aandacht. Richting het einde, ik dook met instructeur Serge (niet te verwarren met Serge van Sophie op Tikehau), kwamen er nog drie adelaarsroggen aangezwommen. Twee grote voorop en een kleintje in het midden, er vlak achter. Uiteindelijk bleven de kleine met een van de volwassenen rondzwemmen in de buurt. Mijn eerste adelaarsrog tijdens een Safety Stop. Na 64 minuten kwamen we eruit. Ondanks al het moois, was het niet een hele mooie duik als geheel. Prettig ja, maar met nauwelijks stroming deed dit kanaal wat tammetjes aan. Een acht.
De tweede duik zal ik vooral herinneren om een probleem wat ik met mijn camera had. Ik testte op de zodiac, op weg naar het kanaal, mijn camera. Ik drukte op het knopje filmen, er gebeurde niets. Weer eens drukken: niets. Ik keek aan de voorkant, er stond op “no SD-card.” Nee he? Ik was wel slim genoeg geweest om een back-up te maken van de beelden van de ochtend, maar blijkbaar niet slim genoeg om de geheugenkaart weer in de camera te plaatsen. Ik gaf de camera aan duikgids Canelle, nodig had ik hem niet, en vertelde mezelf: “laat het gaan.” Dat lukte goed, tot we onder water niet vijf dolfijnen, maar elf tegen kwamen. En niet zo ver als de eerste keer, ik zwom met een zevental, nog net niet buik tegen buik, mee, vier waren op iets meer afstand. Heerlijke momenten, wat zou ik dat graag op beeld hebben gehad. Later tijdens de duik nog een grijze en witpunt rifhaai heel dichtbij gehad, buiten dat registreerde ik weinig meer. Was er goed ziek van dat ik de momenten met de dolfijnen niet had vastgelegd. Na een duik van 54 minuten boven water. Ondanks het ziek zijn van het gemis van de beelden, was de duik een acht.
Overigens was ik ook echt ziekjes deze dag, ik had maagproblemen. Dat is echt heel erg fijn tijdens het duiken. Uiteindelijk zonder incidenten de dag afgemaakt. Eenmaal voet aan wal gezet, wilde ik meteen naar mijn pension, een SD halen. Niemand ging die kant op. Ik maakte mijn camera open, zat er gewoon een SD in! Eruit gehaald en er weer in gestopt, en ja hoor, hij deed het gewoon. Zucht…. Canelle probeerde me nog te helpen aan beelden van de twee andere duikers. Die wilden het niet delen. In ieder geval kon ik wel beelden gaan maken bij de Sunset Dive.
Die Sunset Dive zou een memorabele worden. Voornamelijk omdat de dolfijnen, in ieder geval elf, mogelijk meer, zich weer lieten zien. En het ging veel verder dan dat. Ze klikten en klakten, reageerden op mijn gejuich en gelach en zwommen om, over, tussen, langs en onder ons door. Trucjes doend, op zijn kop zwemmend, op de zij, draaiend, tollend, ik deed vrolijk mee. Toen ze weggingen maakte ik hele harde geluiden en ze kwamen weer terug en een paar zwommen er binnen een halve meter van me. Eentje kwam met zijn oog voor mijn masker hangen en keek me aan. Er straalde zoveel wijsheid uit dit dier. Weer een zucht, maar dit keer van genot. Een van de dolfijnen had een haarband om haar bek, ik dacht dat dit wel eens haar dood zou kunnen worden. Lastig eten als je gemuilkorfd bent. Kort daarop zag ik haar het eraf halen, er mee rondzwaaiend en ze deed hem weer om. Een andere dolfijn stond op zijn kop op een stuk koraal en was bezig er iets vanaf te bijten. Ik ging er in de handstand naast staan, zo blij als een kind was ik. Het afbreken van een stuk koraal lukte haar, ze zwom er snel mee naar een paar andere dolfijnen. Ze kopten, of snuitten eigenlijk, het blokje over. Eentje hield het als Diego Armando Maradonna hoog. We konden onze ogen niet geloven. Ik maakte koprollen voor- en achterover, zwom mee met de dolfijnen. Ik lag op mijn rug, door het water bewegend als een dolfijn, terwijl er zowel boven en naast me twee dolfijnen zwommen. Zoals ik ergens uitschreeuw tijdens deze duik “this is f$%#ing insane!” In totaal zouden we een minuut of tien, verdeeld over twee delen, eerste rang tijdens hun show hebben. Mike, Canelle, een Frans stel (de namen zijn me ontschoten) en ik gaven elkaar high-fives! Het nadeel bij zulke belevenissen is dat het “gewone” duiken wat saai wordt. Of toch niet? Verschillende haaien, grijze of witpunt, kwamen ons af en toe opzoeken, leuk, evenals barracuda’s (grote en Chevron). Waar iedereen van de groep al bezig was met de safety stop, had ik nog heel veel lucht over. Canelle had me dan ook haar zegen gegeven beneden te blijven. Ik zag een andere groep duikers bij The Six Passengers, onder aanvoering van Laurie, gebaren en zwom er op af. Vanuit de diepte kwam een manta omhoog. Ik keek nog eens om naar Canelle, ze knikte, en ik zwom er achteraan. Met grote slagen kwam ik bij de rappe rog, alvorens hij in het troebele water in de pas verdween. Na 48 minuten braken we de duik af; maar niet voordat ik mijn eerste dolfijn tijdens een Safety Stop voorbij zag komen. Mijn duikgroep was helemaal uitgelaten, konden niet ophouden over de momenten. De groep van Laurie lachte ook, ze hadden ook de dolfijnen gezien maar niet het speelkwartiertje meegemaakt. Het ziek zijn van het niet hebben van beelden eerder die dag, was ik volledig kwijt. Iedereen had het ook over mijn versnelling om bij de manta te geraken, jaloezie houd ik het op. De duiken vandaag in een overtreffende trap. Goed, beter, allerbest. Een supervette tien.
Mike, een Amerikaan, was eerder die dag al erg blij dat er eindelijk iemand was die goed Engels kon, had zijn laatste duiken op Rangiroa erop zitten. We hadden al aardig wat gesproken, die avond zouden we een hapje gaan eten samen. De duikervaringen nog eens doornemen, de foto’s van hem en de filmpjes van mij bekijken en uitwisselen. We hebben een paar uur in het restaurant gesproken over van alles en nog wat. In de breedste zin het leven, liefde, vrienden, familie, carrière. Een bijzondere man, leuk om een dagje mee opgetrokken te hebben. Om tien uur was het toch echt knikkebollen, we taaiden af.
Op zaterdag wachtten weer drie duiken. Eentje in de ochtend en twee in de middag. Het stel wat me gisteren de beelden van de tweede duik niet wilde geven, had niet meegedoken met de Sunset Dive. Toen ze de beelden die ik had gemaakt zagen, die ik met iedereen had gedeeld die ze wilde hebben (bijna iedereen ;-) ), zagen, deden de teleurgestelde gezichten me stiekem wel goed. Zoals Mike zei “the man almost cried!” Ik maakte er nog een opmerking overheen, dat ik het helemaal niet erg vond dat ik geen beelden van de tweede duik had, de derde was namelijk veel en veel beter. Canelle gniffelde mee.
De eerste duik dook ik weer met Serge. Hij nam een camera mee om foto’s te maken. Een paar Duitsers en een Frans stel wilden per se diepte maken, en met hun certificering mochten ze dat ook. Laurie nam ze mee. Zij waren al dieper terwijl Serge en ik op 15 meter hingen. Ik bleef naar het wateroppervlak kijken, achter ons, en Serge aan de voorkant. Aan mijn kant zag ik een silhouet van een dolfijn aan het oppervlak. Ik maakte geluid om Serge te attenderen, of hij het heeft gehoord hebt weet ik niet. Ik was gefocust op de dolfijnen, het waren er twee, die naar beneden kwamen gezwommen en vlak voor me langs zwommen. Er was nog een derde in de buurt, die kwam alleen niet dichtbij. Van het stel ging er eentje rechtop “staan” en de ander met de snuit tegen de snuit er bovenop, op de kop. Ik ging er op mijn kop naast hangen. De twee dolfijnen lieten zich daarna in de diepte zakken. Ik volgde niet, keek weer omhoog en zag dat de andere groep vlak achter ons was gekomen om de taferelen te bekijken. Boven ons zwom een groep met grote barracuda’s, ze leken de dolfijnen te volgen, misschien volgden ze ons. Iets verderop zag ik weer twee dolfijnen onze kant op komen, ze hadden nog twee andere meegenomen. Ze zwommen vlak voor me langs en naast me. Ze zwommen verder en maakten een zwenkbeweging. Ik heb ze gevolgd tot ik ze niet meer zag; we zouden ze die duik niet meer zien. Ik bleef de achterzijde in de gaten houden, ontwaarde al snel een manta. Deze was nog niet heel groot, groot genoeg nog steeds om indruk te maken. Hij leek onder de indruk, of bangig, voor onze bubbels. Hij zwom richting het rif aanvankelijk, veranderde van koers, zwom met een grote boog om mij en de groep van Laurie heen. Gestaag gingen we richting het kanaal, waar ik ophield met tellen van de vele grijze rifhaaien die er rondzwommen. Af en toe schoot er een grote tonijn voorbij. Eenmaal in de pas, kwamen we uit in een deel waar er veel witpuntrifhaaien rondzwemmen. Ik blijf ze leuk vinden, veel leuker was dat Serge me naar een kleine overhanging wenkte. Daar lag een grote verpleegsterhaai, een beetje ongemakkelijk toen ik wat dichterbij kwam. We zwommen achterom en ik kroop in het grotje om dichterbij de haai te komen. Ik besloot niet verder te kruipen. Ik wilde een eventuele andere duiker die de haai aan de voorkant ging bekijken, niet de stuipen op het lijf laten jagen, omdat de haai er vanwege mij van door zou gaan. Aan het einde nog een murene, een zwartpuntrifhaai en een hele mooie blaasvis gezien. 64 minuten, de onderwaterpunten tikken lekker snel aan zo. Een negen.
De tweede duik dook ik weer met Canelle en een Frans stel, Thierry en Catherine. Dolfijnen, manta, 2x adelaarsrog, close-up met blauwvinmakrelen, baars en Maori (toen afgeleid door manta, 3e keer door zilverpunthaai). Barracuda’s, een familie blauwvintonijnen (7 stuks, een heel groot, de rest groot) , tonijnen, haaien. Een tien.
De laatste duik het water in met duikgids Canelle, een Belgische wonend in Zwitserland en een Japanse. De stroming was zo goed als stil komen te staan. Het water was niet heel helder. Er was genoeg te zien, maar vaak op afstand, zoals een adelaarsrog. Veel grijze rifhaaien ook en af en toe een witpunt die op het toneel verscheen. Er waren veel vissen in jagersmodus. Ik zag haaien vissen opjagen, makrelen die andere vissen opjaagden, een Maoribaars die blijkbaar murenes op zijn dieet heeft, met een hap was zo’n 80% van de vis afgebeten, alleen de staart hing nog even voor de bek. In tweede instantie werd het restant naar binnen gewerkt. De consternatie zorgde ervoor dat er allerlei vissen op afschoten, op zoek naar een restantje. Zo ook de witpuntrifhaai die ik vlak daarvoor had vastgelegd. Hij zwom rustig voorbij naar mijn linkerkant, ineens zag ik zijn houding veranderen en naar jachtmodus overschakelen. Hij schoot naar rechts waar de Maori nog bezig was met z’n maaltijd. Nog even over die murene: gezien de locatie vermoed ik dat de mooie murene die ik vanmiddag filmde. In het kanaal was het zicht niet denderend. Rechts bleef de Maori ons volgen en grote tonijnen en Afrikaanse pompano’s koersten bij ons in de buurt. Waar ze op jaagden was niet te zien alleen. Er was wel een probleem met mijn computer, die gedurende de duik een foutmelding gaf. Heftig aan het piepen en nee, ik ging niet de decompressielimieten over. Gezien de hoeveelheid minuten strafminuten die hij me gaf, zo’n 45, mocht ik niet naar boven. Na een minuut of 55, was de rest al bijna met lege tank. Ik moest beneden blijven. Ik had meer dan genoeg lucht, nog 31 minuten onderblijven omdat de computer raar deed, vond ik wat ver gaan. De zon was al bijna onder de horizon gezakt. Na 71 minuten kwam ik boven, het duikhorloge gaf nog 15 minuten aan. Onbruikbaar de volgende 48 uur. De duik, een acht.
Deze duik was mijn 175e gelogde in totaal. Waar alle duiken tot zover bij de Tipotu-pas gedoken werden, doken we zondagochtend met een klein groepje bij de Avatoru-pas. Hier gaan heel weinig duiktochten heen. Aan de kant van het kanaal zwaaiden veel mensen, een warm welkom. We gingen op zoek naar de grote hamerhaai en zilverpunthaaien. Met de back-roll het water in gegaan en meteen naar de bodem. De zilverpunten houden niet zo van duikers midden in het blauwe sop. Links kijkend zagen we een hondstandtonijn met zeer grote snelheden door een school vis schieten, hij was op jacht. Het ging zo snel, het was niet waar te nemen wat er precies gebeurde. Gezien de vissen die weer afkwamen op de restjes had hij meerdere successen. Terwijl we dit in de gaten hielden kwamen er een drietal grijze rifhaaien ons opmeten. Hiervan heb ik er vele tientallen gezien hier, zo dichtbij waren ze nog niet gekomen. Het water was niet heel helder, er zat veel organisch materiaal in. We keken alle kanten op, waarvoor we waren gekomen zijn we niet tegengekomen. Een grote school baarzen en heel veel nieuwsgierige pompano’s waren de highlights. Toen we er na 50 minuten uitgingen, wees Serge me een haai aan. Die had ik al gezien, toch bleef hij kijken. Ik bleef ook kijken en zag dat er meer dan een zwommen, zeker twintig. Een tonijn, ik kon net niet zien welk type, zwom onder ons door. Hij was groter dan ik ben. Zoveel grote vissen, Frans-Polynesië beschermt het onderwaterleven goed blijkbaar.
Na deze duik even met Serge gesproken over de foto’s die hij de dag ervoor had gemaakt, facebook is toch handig om dingen te delen. Ondertussen hoorde we dat Laurie met haar groep bij Tiputa een hamerhaai hadden gezien… Toen was ik jaloers. Canelle had ik mijn beelden en de foto’s van Mike (die had zijn zegen gegeven) beloofd. Zeker ook omdat ze op twee filmpjes buik aan buik zwom met dolfijnen, waarbij ze over hun buiken aaide. Het is zoveel materiaal, het paste niet op haar USB-drives. Later wordt dat vast opgelost.
We doken weer in de Tiputa-pas. Dat er af en toe een dolfijnevin of twee tussen de woeste golven te zien waren, stemde positief. We plonsden achterwaarts het water in en daalden meteen af. Op een meter of 25 diepte, op zoek naar de dolfijnen in de oceaan, ontwaarden we steeds meer grijze rifhaaien. Ze waren vanaf de bodem omhoog gezwommen, ze kwamen steeds wat dichterbij. Ik verheugde me er al op dat de tientallen haaien om ons heen zouden gaan cirkelen. Alleen kwamen dolfijnen dat feestje verstoren. Eerst ontwaarden we er twee, niet ver daarachter volgden er nog twee. Ze zwommen voor Serge en mij langs, verder de oceaan in. De haaien hadden de spreekwoordelijke benen genomen. Een minuut of wat later, kwamen er nog twee dolfijnen van het rif af. Serge en ik deden onze dolfijnendans, de twee dieren deden kort mee. Ze zwommen niet veel later richting het wateroppervlak. Richting de hoek, waar het rif en de pas samen kwamen, snelden vijf dolfijnen voorbij. Eentje, gezien zijn grote de jongste, ging ik op zijn kop op een stuk koraal staan. Misschien dat hij het trucje had afgekeken twee dagen eerder. Ik ging er in de handstand naast staan, de jongste zocht de rest weer op. Het vijftal verdween uit het zicht. In de golfbranding zouden we er nog twee zien passeren. Vandaag waren de dolfijnen niet heel speels. Canelle, de dolfijnenfluisteraar, moet maar weer mee op verdere duiken. Na wat rifvissen gefilmd te hebben, zwommen we de pas in. Hier kwamen we nog een zeeschildpad tegen. Hij beet stukken van het koraal af, het ontdoend van gras en algen. Na dik 50 minuten braken we de duik af. Een acht. Een drietal dolfijnen surften op de golven, kwamen zo dicht bij onze Zodiac. De kapitein had er weinig zin in, hij zette er flink de vaart in. We hadden wat vertraging opgelopen voor de eerste middagduik, het moest weer ingehaald worden. In de pas waren er meerdere kano’s aan het trainen.
Na een korte break, voeren we rap richting de pas. Geen dolfijnen gespot, achterover het water in en meteen naar de bodem zakken. Ik had de camera boven water al aangezet, was me nog iets aan het orienteren. Een dolfijn zwom onder het oppervlak voor ons langs. Weinigen hadden deze in de gaten. De twee die vlak voor het rif zwommen, werden wel gezien door de groep. Het water kleurde mooi, er leek meer leven in het water te zitten dan de duik ervoor. Af en toe kwam er een haai poolshoogte nemen, de leukste verschijning was toch wel een groepje barracuda’s dat in een cirkel zwom. Door voorzichtig vlak over de bodem te zwemmen, op mijn rug om de reactie van de vissen in de gaten te houden, kwam ik onder het oog van de ‘storm.’ Ik zwom langzaam omhoog in de groep. De kleine torpedo’s, met vlijmscherpe tanden en grote zwarte ogen, zwommen eventjes om me heen. De formatie hield niet lang stand, vaker op oefenen! Er zwommen zes dolfijnen voorbij, net te ver om er contact mee te krijgen. De duikgroep was ook niet helemaal aangehaakt. Wat grotere jagers koersten langs het rif. Een grote barracuda, twee hondstandtonijnen samen en een grijze rifhaai. Me hier op richtend zag ik boven mijn masker wat beweging. Het begint bijna gewoon te worden; weer twee dolfijnen. Een Maoribaars, een grote barracuda en een blauwvinmakreel streden vervolgens om mijn aandacht. Ja jongens, ik heb genoeg geheugen op mijn SD-kaart voor jullie allemaal! We waren weer in de pas, het einde van de duik was in zicht. Net toen ik dacht dat het wel eens tijd zou worden voor een manta, werd ik op mijn wenken bediend. De grote onderwatervogel gleed langs ons heen, van vlak onder het wateroppervlak, het troebele water van de pas in. Helemaal gedaan met de pret was het nog niet. Iedereen had aandacht voor twee minuscule zeeslakken, ik keek naar de taferelen die zich vlak onder de hoge golven afspeelde. Parende vissen, jagende roofvissen en een grijze rifhaai die zich als onderwatersurfer profileerde. Serge maakte het gebaar voor een haai… Ja, die had ik al gezien. Toen stak hij twee vingers op, ik kwam toch maar even langszij. De golven raasden vlak langs ons heen, en vlak over twee haaien waarvan ik de soort niet meteen kon identificeren. Het was duidelijk een ander type, dan wat we gezien hadden. Serge maakte wat gebaren die me leken op het openen van een blik tonijn. Tonijn was het zeker niet, hij maakte meer een draaibeweging. Ahhhh, een citroen uitknijpen: citroenhaaien! Een unicum, voor mij dan toch. Een mooi moment, een klein uur onderweg, om de duik af te breken. Een negen.
’s Avonds bij mijn verblijf gegeten. De kok kwam nog even uit de keuken, om te vragen naar mijn duikervaringen die dag. Zijn ogen lichtten op toen hij hoorde wat we onder water gezien hadden. Door werk komt hij zelden toe aan zijn favoriete hobby. Zijn pasta en nagerecht smaakten heerlijk, de een zijn dood, is de ander zijn brood…
De laatste dag had ik nog twee duiken op het programma staan. Over de eerste kan ik kort zijn: die was totaal niet boeiend, heel saai zelfs. Een van de duikers had problemen met zijn luchtverbruik. We hingen maar een beetje in het blauw, zwommen nergens heen, er was ook niets in de buurt. Met zijn onbeholpenheid zou hij nogal in de problemen komen. Een heel groot cruiseschip, in de vorm van een zeilboot, kwam aangevaren het kanaal in. Deze twee zaken bij elkaar zorgden dat onze duik abrupt werd afgebroken. Mijn gezicht stond op onweer. Een vier.
De tweede duik was er iets geschoven met de duikers. Deze duik was al wat beter, meer ervaren duikers en we gingen op zoek naar dolfijnen. Het was mijn laatste duik en daardoor hoopte ik op een mooi afscheid. De dolfijnen hebben we wel gezien, dichtbij kwamen ze niet. Het viel me op dat er bij ingaande stroming (oceaan naar lagune) we geen enkele keer gespeeld hebben met dolfijnen. Mocht ik hier ooit terugkeren, ik schat de kans klein in, dan is dat zeker iets om mee te nemen. Het einde van de duik was uitdagender, we gingen door kanaaltjes waar flink stroming stond heen en weer laveren. Een zeven.
Later op de dag ben ik nog een rondje gefietst. Het spannendst was het op zoek gaan naar een haai in een klein kanaal (roa). Ik had de haai zien zwemmen en was in de roa gaan rondwaden. Ik keek naar een kabel voor me en dacht een haai te zien liggen. Nog eens kijken, nee, dat zal wel niet. Ik keek weer om me heen, om te zien of ik een haaienvin in het ondiepe kanaal uit het water zag steken. Niets te zien. Toch nog eens kijken vlak voor me. En ineens was het heel duidelijk; de haai lag vlak voor me. Ik wist nog niet helemaal met welk type ik te maken had. Het was een verpleegsterhaai. Zij/hij lag doodstil te kijken naar wat ik aan het doen was. Ik deed een stap naar voren, de haai kwam in beweging naar me toe. Vlak voor me draaide hij/zij zich om en zwom gedecideerd door de roa. Voor een minuut of wat was ze weer verdwenen. Ineens schoot ze van rechts naar links door het water, en vice versa. De zon was aan het ondergaan, ze werd actief voor de jacht. Met een ietwat verhoogde hartslag fietste ik terug naar mijn pension.
De volgende ochtend, dinsdag 11 oktober, na het ontbijt gesnorkeld. Ik wilde aan mijn reisverslag werken, de stroom op het hele eiland was uitgevallen. Ze zijn bezig een nieuwe kabel aan te leggen. Van het rapport is niets meer terecht gekomen. Ik heb de rekening van Raira Lagon betaald; er stonden wat zaken op die ik niet had besteld. Dit werd netjes gecorrigeerd, later moest ik voor een ding mezelf weer corrigeren en heb een lunch afgerekend. Ik kreeg een afscheidsketting om mijn nek, vloog iets na het middaguur naar mijn nieuwe bestemming: Fakarava.
Rangiroa was ietwat minder mooi qua duiklocatie dan Tikehau. Koraal en kleur minder, wel veel vis al is het niet zo intens als bij Tikehau. Alleen wat je op Rangiroa tegen kan komen van het grote onderwaterleven, is net wat uitgebreider. Ik heb ze niet gezien maar tijgerhaaien en hamerhaaien worden hier gesignaleerd. De dolfijnen die bij het Tiputa-kanaal wonen zijn DE attractie. Of het me gegeven is weet ik niet; als ik de kans heb weer in deze contreien te duiken, staat Rangiroa zeker op de lijst. Na deze belevenissen ben ik zeer benieuwd hoe ik Fakarava ga beleven.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley