Fakarava, shark capital van Frans-Polynesie - Reisverslag uit Rotoava, Frans Polynesië van Michael Doorn - WaarBenJij.nu Fakarava, shark capital van Frans-Polynesie - Reisverslag uit Rotoava, Frans Polynesië van Michael Doorn - WaarBenJij.nu

Fakarava, shark capital van Frans-Polynesie

Door: Michael van Doorn

Blijf op de hoogte en volg Michael

15 Oktober 2016 | Frans Polynesië, Rotoava

Na het opstijgen van Rangiroa, fotografeerde ik snel de Tiputa-pas, waarin ik veel mooie duiken heb gemaakt. Het water was heel mooi blauw, de lagune lag er rustig bij. De zon scheen volop. Na een vlucht van ca. 45 minuten zette ik voet op Fakarava. Dit eiland ligt ten oosten van Rangiroa, al liggen er nog wel wat atollen tussen. Fakarava is een UNESCO Biosphere reservaat. Geheel Fakarava is beschermd, afhankelijk van de zone mag er niemand komen of zijn er beperkte activiteiten. Tot het reservaat behoren nog zes andere atollen. Deze status zou ik later terug zien in de conditie van het rif. Het eerste wat opviel was dat het veel koeler was. De hoofd-motu is wel veel groter. Ik kleedde me meteen om in duik-outfit. Niet veel later verscheen Matias van Dive Spirit om me op te pikken. Ariane ving me op bij de duikclub. Ze moest erg lachen. Ze had me gemaild dat ik moest zorgen dat ik mijn zwemspullen aan had, kom ik aan in mijn duikkloffie.  Tja, als je emails krijgt dat je klaar moet staan, omdat anders ik niet mee kon duiken die middag, dan sta ik er klaar voor ook! Nog even snel wat papierwerk ingevuld, we kozen het ruime sop van de lagune. Na een kwartier kwamen we bij het noordelijke kanaal aan. De duik was met Ariane en Elsa.
We daalden af naar het rif en ik keek mijn ogen uit. Helder water, veel vis te zien en opvallend veel koraal, mooi gekleurd ook. Van alles zwom voorbij, leek aandacht te willen. Barracuda’s, snappers, haaien, een tonijn die groter was dan welke haai er ook zwom, prachtig. Er zwommen ook een hele kleine haai, een babyhaai, rond. En zoals een goed baby betaamt zijn ze schattig. Ik bleef om me heen kijken. Toen ik achter me keek, van een meter of twintig richting het oppervlak, zag ik iets en knipperde met mijn ogen. Dit kon niet waar zijn, een zeilvis! Dit was de eerste keer ooit dat ik hem zag; ik dacht dat ik hem nooit zou zien. Ariane had er tijdens de briefing wel iets over gezegd, dat het niet het seizoen is voor zeilvissen. Hij zwom vlak onder de waterspiegel, de zon er mooi op dat zijn zilveren lijf fraai oplichtte, zijn grote hanenkam had hij ook uit. Naar verluidt gebeurt dit zelden als hij niet jaagt. De rode vinnen wapperden mooi door het water. Toen ik hem zag was ik meteen begonnen Ariane en Elsa erop te attenderen. Ik maakte geluiden, wees hem aan, mijn roep hoorden ze niet. Overschakelend op standje brulaap, had ik eindelijk de aandacht getrokken. Ik was bang dat de zeilvis snel uit zicht zou zijn, ze zijn razendsnel. Ik vroeg Ariane of ik die kant op mocht. Met mijn grote vinnen wapperde ik door het water richting het indrukwekkende fenomeen. De andere groep die achter ons zwom, had ook mijn signalen opgepikt. Gezien hadden ze hem niet, terwijl hij vlakbij was. Ik snelde naar ze toe. De zeilvis zwom richting de oceaan. Dichterbij dan 15 meter zal ik niet gekomen zijn, hij verdween uit zicht. Hij heeft veel indruk op iedereen gemaakt. We kwamen aan bij het centrum van de pas, er waren hier vier babyhaaien te zien, echt schatjes, nog wel! ;-) We draaiden om. Op de terugweg vergaapte ik me aan het koraal en de vele vissen. Vlak voor het einde kwam er nog een manta voorbij zetten. Prachtig gekleurd gleed hij voorbij. Ik zwom een klein stukje mee, niet heel lang, ik had gezien dat Elsa richting een lege tank ging en hoewel Ariane me haar zegen gaf erachter aan te gaan, leek het me beter bij ze te blijven. Een hele mooie duik, door de speciale ontmoetingen een tien.

Na het duiken de zonsondergang bekeken in de baai. Twee Franse stellen die ik Rangiroa had ontmoet zaten aan de kade, nog een paar gasten van Relais Marama, waar ik verblijf. Thibaut en Reno vroegen later of ik een potje Uno met ze wilde spelen. We speelden met zijn achten. Naar het Frans luisteren leidde alleen maar af, met een eindspurt voorkomen dat ik laatste werd.

De volgende dag was met veel regenbuien en windstoten begonnen. Ik zou om kwart over zeven opgehaald worden. Om kwart voor zeven was ik nog bezig met ontbijt, sprak met een stel (hij Frans, zij Spaans) dat vier maanden door FP aan het reizen is. Het gesprek werd verstoord want Matias stond ineens voor me. Ik keek nog eens op mijn klok en vroeg of ik me vergist had in de tijd. Dat niet, we zouden alleen de eerste duik niet doen. De wind stond zo ongunstig dat al het water in de lagune richting de haven stond. Hoge golven in de baai en het was een groot vraagteken of we konden gaan duiken die dag. Ik besloot van de gelegenheid gebruik te maken en mijn verslag over Rangiroa af te maken. Ik had het nog niet gepost of Matias stond er weer: “we gaan duiken!” In de haven moesten we de wild slingerende boten uit elkaar houden. Het kostte wat moeite maar we zetten koers naar de noordpas. De zodiac vloog door de lucht, maakte een harde landing en vloog weer de lucht in. Na een minuut of twintig hobbelen, kwamen we aan. Matias nam mij mee om door de pas te gaan, de andere groep bleef op het rif. We lieten ons zakken naar een meter of dertig. Het water was helder en overal doemden grijze rifhaaien op. Boven, onder, links, rechts, voor. Dit was de plek waar normaal een muur van haaien zwemt, honderden tegelijk. Zoveel waren het er niet, al snel werd duidelijk waarom. De ingaande stroom was zo hard, dat alleen de grootste haaien in de sterke stroming hingen. Er zaten nog wat witpunten tussen. Een tweetal daarvan had hele dikke buiken, evenals een grijze, ze waren zwanger. Heel bemoedigend te zien dat de haaien het hier zo goed doen. We gebruikten onze handen om ons over de bodem voort te slepen. We gingen zo van geul naar geul, terwijl het water ons probeerde mee te sleuren. Ondertussen met name haaien te zien, af en toe snappers. We kwamen aan in Ali Baba. Waarom deze lange geul, deze naam heeft weet ik niet, wat ik wel weet is dat er echt heel veel vis in zit. En met heel veel bedoel ik ook echt veel. Ik denk niet dat ik ooit zoveel vis bij elkaar heb gezien. De zwartpuntsnapper (met zijn zilveren lijf en gele staart) en de grootoog (rode lijven met hele grote ogen) waren overal om ons heen. En daarboven zwommen weer haaien rond. Mijn hartslag was vanaf het begin van de duik al verhoogd. Deels doordat het uitdagend was om niet door de stroming meegenomen te worden, maar vooral door alle pracht en praal. Ik hing op de bodem terwijl vissen nog net niet in me kropen. Ineens kwam er een grote Maoribaars tussen alle vis uit, zwommen we iets verder om nog meer haaien te bekijken. Het waren er honderden bij elkaar. Adembenemend, letterlijk en figuurlijk! Qua luchtverbruik liep ik gelijk met Matias, we braken de duik na dik drie kwartier af. Een intense aaneenschakeling van wow-momenten. Een dikke tien. Dit was beter dan de tien van gisteren. Zo kon Matias terugkomen bij Ariane met een tien. Van tevoren had ze gezegd dat een negen het maximale zou zijn voor Matias.

Na een uur gingen Matias en ik het water weer in. We doken nu, omdat de stroming uitgaand was (en daarmee weinig te zien), op het rif. Alles wat ik gisteren heb gezien, was weer aanwezig. Alleen de zeilvis en de manta ontbraken. We kwamen nu een groep van 31 babyhaaien tegen. Echt heel grappig om te zien. Na een klein uur eruit, een negen.

Omdat ik de twee dagen erna met een andere duikclub duik, Dive Spirit had geen plek in de ochtenden, de rekening vereffend. Matias bedankt voor de heerlijke duiken. Ariane had op de terugweg, om me af te zetten, gezegd dat er ook walvissen bij Fakarava zijn. Minder dan bij andere eilanden, toch redelijke kans ze te zien. Ik heb op de uitkijk gestaan, 50 meter van mijn bungalow, niets te zien. Ik ben een stuk gaan fietsen en kwam weer bekenden tegen. Eerst een Franse die de dag ervoor ook met Dive Spirit dook, daarna Zwitsers die ik op Tikehau was tegengekomen. Even bijgepraat over de vakantie- en duikervaringen en wat verder nog de plannen zijn. ’s Avonds zijn we met een paar man van Relais Marama naar een restaurant gereden. Heerlijke verse vis werd me voorgeschoteld. Met Richard en een Franse gegeten. De laatste vertelde me dat ze nog even op Tahiti woont, alvorens ze weer naar Frankrijk verhuist. Ze was niet blij dat ze weer weg ging. Toen ik zei dat ze dan gewoon moest blijven, bleek dat ze nog bezig was met een studie als arts. Dat verhaal klonk me bekend; vroeg of ze Kevin en Sarah, die ik op Nuku Hiva had leren kennen, kende. Ja, dat waren de mede-artsen-in-opleiding. Na een uur of wat reed een van de medewerksters van het restaurant ons terug naar het verblijf. Voor het slapen gaan een tussentijds verslag opgesteld; de dag erop gaat de wekker vroeg en wachten er weer drie, hopelijk zinderende, duiken op me.

Na opgehaald te zijn voeren we snel richting de noordelijke pas. We zakten af in de oceaan en zwommen richting de lagune. Het was op dezelfde plek als gisteren met Matias. Er was wel een stuk minder stroming, het voelde makkelijk aan na gisteren. Op een meter of 28 diepte lag de vijfkoppige groep te kijken naar de haaien die heen en weer gingen door het water. Het staat hier bekend als ‘de muur van haaien.’ Indrukwekkend was het zeker. Alleen heel lang blijf je niet op deze diepte, we verplaatsten ons langzaam richting een ander kanaal. Onderweg kwam er een grote adelaarsrog langs. Voor de rest veel haaien. We gingen weer door naar een ander kanaal, nog meer haaien en eekhoornvissen. Na een half uur waren de meesten al door de lucht heen. De gids, Christoph, kon niet anders dan de duik gaan afbreken. Een zeven.

De tweede duik plonsden we, Christoph, Elsa en ik, erin bij het rif aan de oceaanzijde. Elsa haar vriend, Gillon, snorkelde af en toe naar beneden, zo’n 20 meter. De tortelduifjes filmden elkaar ondertussen. Het lag er mooi bij, het rif bruiste alleen niet. Alleen toen we op de hoek, waar het rif het kanaal ontmoet, aankwamen zagen we veel vis en een zestal haaien. We lieten ons door de zeestroming meevoeren de lagune in. De duik kostte weinig moeite, veel noemenswaardigs niet waargenomen. Een acht.

De derde duik leek veelbelovend te beginnen. Vlak bij de boot zwommen dolfijnen rond, sommigen sprongen uit het water, al draaiend om hun as. Spinnerdolfijnen dus! Onder water hoorde ik ze ook, gezien hebben we ze niet. Ik was met Tibo, de eigenaar van de duikschool, en een beginner. Hij had erg veel moeite met klaren en kwam nauwelijks naar beneden. Tibo en ik hadden al afgesproken dat ik niet bij ze hoefde te blijven, als ik maar in zijn zichtsveld bleef. Het duurde twintig minuten voordat de leerling de grootste problemen achter zich had gelaten. Op zijn gemak leek hij niet. Ik vergaapte me aan het bruisende rif, de haaien en een grote tonijn, later kwam er nog een grotere veel dichtbij. Daarna ging het langzaam aan toch wat tandjes hoger qua intensiteit. Ik zwom tussen een school grootoogbarracuda’s in, zag af en toe een haai voorbij glijden, een Maoribaars, doktersvissen, hordes roodtandtrekkervissen. Terwijl ik vol bewondering om me heen keek, keek ik ook even naar beneden. Een manta was me al gepasseerd van achteren. Ik zwom achter hem aan. Hij liet me echt heel dichtbij komen. Ik had hem kunnen kussen zo dichtbij. Ik zwom iets terug het rif op, de manta draaide in een boog om me heen en liet zich van de andere kant benaderen. Ik bleef hem volgen, zwom zelfs een klein stukje onder hem, vlak boven het rif. Hij draaide weer met een boog, zwom voor me langs en verdween uit zicht. We gingen met zijn drieën de pas in om naar barracuda’s en haaien te kijken. De leerling had moeite met zijn drijfvermogen, we zwommen de pas uit, terug de oceaan in. Na een klein uur kwamen we boven. Een negen.

Elsa en Gillon hadden een maaltijd voor me achtergelaten, ze vertrokken naar Fakarava-Zuid, pasta en tonijn. Voordat ik dit ging verorberen, ben ik nog snel de zonsondergang gaan bekijken. Hier zaten we met zijn vijven, Flo, Marielle en een Franse en een Amerikaan. In de avond de beelden van de dag opgeslagen, uiteraard met back-up. Hopelijk zou het die avond beter gaan met slapen, dat lukt steeds slechter. Op de vrijdag wacht er een excursie naar de zuidelijke pas. Twee duiken in wat het haaienparadijs in Frans-Polynesië heet te zijn.

Marion kwam me precies op tijd ophalen. Na onder andere Pierre en Cecile (deze newly weds had ik op Tikehau al ontmoet en afgesproken om onze krachten te bundelen bij een duikschool, om te zorgen dat we naar de zuidelijke pas gingen; zo geschiedde) ook opgehaald te hebben, deden we een laatste check. Om 07:30u voeren we naar het zuiden. De tocht duurde dik een uur. Het water in de lagune was redelijk vlak, een gemakkelijke overtocht. Gillon en Elsa zouden nog aan boord komen. Zij waren twee nachten gaan slapen in een verblijf bij de zuidelijke pas. Niet veel later werden we opgedeeld in twee groepen. Mijn groep mocht er als eerste in. Meteen toen we afdaalden zag ik al haaien op de witte zand bodem liggen. Ik zwom er meteen op een af. De witpuntrifhaai vond me iets te dichtbij komen en zwom weg. Niet heel ver, waardoor ik haar nog eens goed kon filmen. We zwommen verder en zagen de eerste grote groep haaien. Ondertussen merkte ik twee adelaarsroggen op, ze zwommen dezelfde richting in als wij. De stroming bracht ons wat dichter bij de grijze rifhaaien, het waren er tientallen. Ergens tussen ze in vielen twee grote haaien op. Ze lichtten mooi op in het zonlicht. Welke haai deze naam had wist ik op dat moment niet. Het was me in het Frans uitgelegd, de Engelse naam wist men niet. Later zou ik me een eerder gesprek op Rangiroa herinneren, met Serge. Ik zag namelijk dunne zwarte randen achterop de vinnen. Het is de zwartvinhaai. Dit is niet dezelfde haai als de zwartpuntrifhaai, die zouden we aan het einde van de duik nog wel tegenkomen, in het ondiepere gedeelte. In vier verschillende gebieden van het rif, zouden vier grote haaiengroepen zwemmen. Of we lagen in een kleine grot te kijken naar de passerende menigte, of we hielden ons vast aan het rif, zodat we niet meegevoerd werden door het wassende water. Het waren vooral grijze rifhaaien, ik heb ze niet geteld. Af en toe zwom er nog iets anders voorbij wat de aandacht trok. Zoals nog een adelaarsrog of Gillon. Hij dook regelmatig naar beneden, maakte films van Elsa, soms van ons. Bij een van zijn afdalingen bleef hij op 15m diepte naast me hangen, terwijl er haaien om ons heen zwommen. Ik stak mijn hand op, mooi moment voor een high-five. Richting het einde driften we drie meter onder de waterspiegel over de harde koralen. Ik kwam hier voor haaien, de koraalfanaat zou hier zijn hart kunnen ophalen. Een tien.

Na de duik voeren we naar een motu, waar alle duikers rustten. Een langere pauze dan normaliter, om onze lichamen kans te geven om meer stikstof af te bouwen. Dat zou dan weer gunstiger zijn voor ons duikprofiel, waarbij we lange tijd op grotere diepten bleven. We kregen thee, een zelfgebakken cake van Marion (die niet mee was) en voor wie heel dorstig was water. Wie ook heel dorstig moet zijn geweest, was een hond. Hij kwam met een andere hond aangezwommen in de baai. Een van de twee honden was aan het piepen. Ik dacht eerst dat er wat mis met hem was. Zijn gedrag bekijkend, viel het op dat hij op een plek bleef hangen en onder water lag een steen. Hij heeft de steen, soms zonder, dan weer met succes, een keer of twintig opgedoken. Hij dook met zijn hele lijf onder water. Het zoute water zal hem dorstig moeten hebben gemaakt. Na deze te gekke hond te hebben aanschouwd, was het tijd om de kruimels van de cake aan de vissen te geven. Er kwamen er veel op af. Ondertussen zwommen in de baai een paar zwartpuntrifhaaien rond. Soms kwamen ze heel dichtbij, in de gaten houdend wat er in hun baai gebeurde. Ik zwom een paar keer met ze mee. Schuw waren ze niet. Toen ik meer naar het rif zwom, trof ik daar een karrenvracht aan jonge naaldvissen en engelvissen. Af en toe kruiste er een haai voorbij. Na de pauze voeren we het kleine stukje naar de pas, ietsje verder dan de vorige keer. We gingen nu starten vanuit de oceaan.

Hier troffen we meteen weer een muur van haaien. Het waren er veel, maar zeker niet zoveel als de dag ervoor. We werkten ons weer richting het punt, waar we er de eerste keer in gingen. Het was mooi, maar het deed mijn hart niet sneller kloppen. Ik hoopte weer dat we gingen hangen op bepaalde plekken. Dat deden we niet. Waarschijnlijk had het te maken met de andere duikers van de groep. Ze zaten meters boven ons. Daardoor zaten we te hoog om een plek op de eretribune te bemachtigen. We zaten ook iets meer aan de rifzijde. Hierdoor konden we waar we voor kwamen, de haaien, nauwelijks bekijken. Ze waren nog net in het zichtveld, te ver alleen om indruk te maken. Een aardige duik, er had alleen veel meer uit te halen geweest. Een acht.

Na de duik zetten we Gillon en Elsa af. We voeren vervolgens naar een baai waar dit keer geen hond te vinden was! ;-) Wel een verlaten eilandje in een lagune. Ondanks dat het redelijk bewolkt was, was het knijpen met de ogen. Niet alleen door het felle licht van de zon, de reflectie van de zon op de witte en roze stranden deden de ogen deels sluiten. We kregen een heerlijke lunch met pasta, poisson cru in kokosmelk, salade, kippenvlees en rijst. Als naspel nog meloen en koffie; het smaakte heel goed. Ik heb nog om het eiland gesnorkeld, er viel niet veel te zien, alvorens we terugvoeren naar Fakarava-Noord. Dit duurde nu net wat langer. Na het stempelen van mijn logboek, ik houd het nog steeds bij, de rekening betaald en afscheid genomen van Thibault en Marion. Pierre en Cecile zou ik de volgende dag nog zien op het vliegveld. Zowel op Tikehau als op Fakarava veel met ze gesproken. Voor Fransen konden ze ook nog eens verdomd goed Engels! Het gezelligste newly-wed stel wat ik ooit heb meegemaakt. Terug bij Marama wilde ik nog gaan snorkelen, kijkend naar de oceaan vertrouwde ik het niet helemaal. Daarom alsnog de dagelijkse korte tocht naar de haven gemaakt en hier met Florian, Marielle, Tim, Claire en nog een Franse naar de zonsondergang zitten kijken. Richard, een Fransman wonend op Tahiti, gewenkt erbij te komen. Met hem en nog een Polynesisch stel uit Tahiti gegeten bij een restaurant. Nog eens poisson cru en een heerlijke kokostaart.

De laatste dag op Fakarava zal ik me vooral herinneren om de barre fietstocht die ik maakte, op zoek naar een maagdelijk wit strand. Hier had ik o.a. Richard over gehoord. Het zou een fietstocht van vier kilometer zijn. Ik deed er dik vijftig minuten over. De fiets trapte zwaar, de wind stond haaks op me, mee kreeg ik hem niet en het was in een week niet meer zo heet geweest. Ik was gisteren al wat rood aangelopen, vandaag ging het verbrandingsproces rustig verder. Zouden kikkers in heet water zich ook zo voelen? Ik vermoed van wel. Het strand vond ik. Het was mooi, maar zo mooi als iedereen het vond, vond ik het niet. De lagune was wat onstuimig. Een korte dompelsessie om af te koelen, ik ging aan de oceaanzijde kijken of ik kon snorkelen. Kijkende naar de branding heb ik daar vanaf gezien. De golven waren hoger dan me lief was, de fietstocht had me ook geen goed gedaan en ik moest weer terug. Ik wilde wel eens weten wat de afstand was; de GPS-tracker aangezet. Het ging ongeveer even rap als op de terugweg. Na nog geen negen kilometer viel me op dat ik de tien kilometer vele malen sneller heb gerend, dan dat ik op deze fiets vandaag liet zien. Na tienenhalve kilometer was ik afgemat. Tijd voor een douche. Alleen was er geen stromend water, de stroom was uitgevallen. Dan maar de spullen ingepakt. Ik moest al uitchecken. De handdoek achter de hand gehouden voor als de stroomvoorziening weer in orde zou zijn. Dat zou gelukkig nog gebeuren, opdat ik mijn huid kon blussen. Om drie uur bracht Jacques, de eigenaar van Marama, ons naar het vliegveld. Nog gedag gezegd tegen de Franse medische clan en Elsa en Gillon, die vlak daarvoor weer terug waren gekomen vanuit het zuiden. Na een uurtje vertraging zette het vliegtuig koers naar Tahiti.

Terugkijkend op Fakarava heb ik dit de leukste bestemming, van de drie eilanden die ik heb bezocht binnen de Tuamotus, gevonden. Deels had dit te maken met het onderwaterleven. Anderzijds was mijn verblijf, deels camping/deels bungalows, er een die gezellige gasten had. Er waren nog andere activiteiten mogelijk, zoals naar een parelboerderij gaan, ik heb ze niet gedaan. Het heeft zin te kijken naar welke periode om te gaan. Zo zijn er in het juiste seizoen hamerhaaien, zeilvissen en walvissen. Van de kant heb ik even een walvisrug gezien (er worden hier geen snorkeltrips naar gedaan) en met veel geluk, buiten het seizoen de zeilvis. Wie veel haaien wil zien, heel veel haaien, zal Fakarava op de wensenlijst willen zetten.

  • 17 Oktober 2016 - 20:29

    Wilma :

    Wat een verhalen weer Michael!
    Dikke kus, Wilma

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Michael

Actief sinds 10 Juli 2011
Verslag gelezen: 377
Totaal aantal bezoekers 55354

Voorgaande reizen:

16 Oktober 2018 - 13 November 2018

The Ring of Fire

10 Juli 2018 - 21 Juli 2018

De Odyssee

09 Oktober 2017 - 20 Oktober 2017

Gone fishing

31 Augustus 2016 - 21 December 2016

Pacific Rim

09 Januari 2016 - 23 Januari 2016

Diving the Andaman Sea

13 Mei 2015 - 02 Juni 2015

Bali (and more?)!

06 September 2014 - 21 September 2014

Diving in paradise

19 Januari 2014 - 28 Januari 2014

Freediving Tenerife

06 Juni 2013 - 16 Juni 2013

Kopje onder in het land van de farao's

17 Juli 2011 - 15 Augustus 2011

Made in Australia

07 Juni 2009 - 28 Juni 2009

ZO-Azië

11 Mei 2007 - 28 Mei 2007

Yucatan

Landen bezocht: