Ra'iatea (the sacred) en Taha'a (vanilla island) - Reisverslag uit Avera, Frans Polynesië van Michael Doorn - WaarBenJij.nu Ra'iatea (the sacred) en Taha'a (vanilla island) - Reisverslag uit Avera, Frans Polynesië van Michael Doorn - WaarBenJij.nu

Ra'iatea (the sacred) en Taha'a (vanilla island)

Door: Michael van Doorn

Blijf op de hoogte en volg Michael

25 Oktober 2016 | Frans Polynesië, Avera

Mijn volgende eiland van mijn rondreis in Frans-Polynesië, was Ra’iatea. Dit eiland ligt ten westen van Huahine, zo’n 70 kilometer. Het eiland rond is 98km, voor Huahine was dat 69km. De bijnaam van Ra’iatea is “Het Heilige.” De expansie van Polynesiërs over de Pacific, naar o.a. Hawaï en Nieuw-Zeeland is vanuit hier begonnen, zo is de overlevering. De koningin van alle Marae (heilige plaatsen) staat hier; Taputapuatea. Uturoa, de hoofdstad, is na Pape’ete, de grootste stad in Frans-Polynesië. Alleen met een kleine 9.000 inwoners een pukkeltje vergeleken met de 133.000 van Pape’ete. Ra’iatea ligt samen met Taha’a in een rifsysteem. Tussen de twee eilanden loopt een natuurlijk kanaal, zo’n vier kilometer wijd. Taha’a is het vanille eiland.

Toen het vliegtuig de touchdown maakte, was het al pikkedonker. Ik liep de lobby in en werd aangesproken door een man: welkom op Ra’iatea. Hoe hij wist dat ik degene was die hij moest aanspreken, weet ik nog steeds niet. Hij begeleidde me naar de wagen die me naar Pension Les Trois Cascades zou vervoeren. Een vriendelijke man met zijn vrouw en zoontje. Op het moment van dit schrijven een kleine week na dato, zijn de namen niet blijven hangen. Wat wel bij gebleven is, is dat ze erg vermakelijk waren. De man en zijn vrouw waren vaak in Frans aan het overleggen, waarna de man het woord nam en me in het Engels een vraag stelde. Als hij dan het Engelse woord niet wist, verbeterde zijn vrouw hem. Wisten ze het allebei niet, dan werd mij gevraagd welk woord het was. Aanvankelijk dachten ze dat ik Amerikaan was. Dat ontkennend bleven ze nog op dat spoor van wel, vertelden me dat ze daar samen hadden rondgereisd, inclusief hun zoon. Uitgelegd dat ik uit Nederland kom, ze geloofden me nog niet want mijn Engels was zo goed. Toen ik uitlegde waarom Nederlanders vaak met andere talen bekend zijn, inclusief hoe het werkt met TV-uitzendingen en ondertiteling, klonk hun bewondering door. Ze vonden het iets waar ze ook in Frans-Polynesië mee moeten beginnen. Een half uur na vertrek, inclusief een stop bij de supermarkt voor mijn avondeten (verse sashimi), kwamen we aan bij het pension. Ik heb de man een fooi gegeven, die hij weigerde, maar dat weigerde ik. Hij stelde me voor aan Bruno. Bruno is de eigenaar van pension Les Trois Cascades op Ra’iatea. Hij verwelkomde me en vroeg me wat ik aan activiteiten zou willen doen. Ik noemde een uitstapje naar Taha’a, een toer rond Ra’iatea en een hike, een van de bergen op. Er is van alles te doen, heel georganiseerd is het niet. Druk met bellen naar aanbieders waar en wanneer ze welke excursie doen. Uiteindelijk had ik niet heel veel opties ten aanzien van wat ik wilde, mede doordat ik niet lang op dit eiland zou verblijven. Op zaterdag een lagune-tour met de boot naar en rondom Taha’a en op maandag een excursie op Ra’iatea. Deze legde ik meteen vast. In de eetzaal raakte ik aan de praat met een Frans stel: Michael (Mi-ka-el) en Emily.

Op zaterdag werd Bruno gebeld waar we bleven. Hij reed me naar een kleine haven, waar een bootje vol andere gasten, op me wachtte. Ik stapte in en Tevo, de gids, gooide er een warm welkom uit. Hij stelde ook iedereen voor, onder andere zijn vrouw Flo. Hij oreerde vooral in het Frans, voor mij vertaalde hij wel naar het Engels. Alleen kreeg ik de korte versie van wat de anderen hoorden. Ik vond het prima, genoot van de uitzichten aan weerszijden van de boot. We voeren naar de hoofdstad van Ra’iatea, Uturoa. Daar konden we nog even wat boodschappen doen en stapte een jong gezin aan boord. We voeren langs een kunstmatig eiland naar Taha’a. De aroma van vanille was zelfs ver op zee te ruiken. We voeren naar een vanilleplantage. Voordat we daar aankwamen lag die verrekte Wind Spirit er weer. Een kleine wandeling naar de vanilleplantage en een man begon van alles te laten zien. Hoe de plant groeide, hoe dan handmatig de bestuiving van de bloem moet plaatsvinden, hoe dat dan weer tot peulvruchten leidt en hoe die gemasseerd moeten worden en door de zon bestraald (afgedekt weliswaar) om tot vanille te komen. Een intensief en langdurig proces, vandaar de hoge prijs voor hun bruine goud. Het hele verhaal ging in het Frans. Vanwege de ondersteunende materialen, waar we aan mochten ruik en proeven (in het geval van vanille rum) kon ik het volgen. We kregen ook te zien hoe Tamanu, een helend wonderolie, wordt gemaakt. Na afloop werden we nog getrakteerd op ananassap, verse kokosstukken en –schilfers, helemaal lekker met de bananen die er lagen.

Met de boot voeren we verder, voorbij de noordpunt van Taha’a. De volgende stop was een parelboerderij. Toen de gastvrouw kreeg te horen dat er een Engelstalige bij was, kwam er eerst een jonge deerne aangerend die in haar beste Engels me probeerde uit te leggen waar de oesters bewaard worden en wanneer ze verhuizen. Heel best was haar Engels niet, ze moest me even bezig houden tot een andere gastvrouw klaar was met een Amerikaanse groep. Waar de Fransen in een grote drom om een tafel stonden, kreeg ik een privé-demonstratie. Het proces luistert nauw, wil de oester niet overlijden of het ingebrachte balletje van schelpen afgestoten worden. Interessant om een keer te zien.

Na de parelboerderij voeren we naar een kanaal tussen twee motus. Als je over het kanaal keek, zag je de grote bulten van Bora Bora boven de zee uitsteken. We gingen hier lunchen. Allerlei heerlijke lokale gerechten en fruit. Daarna gingen we een kleine snorkeltocht maken. In het kanaal was het water kraakhelder en werden we door de stroming meegenomen langs puntgave koralen en tropische vissen. Niet dat ik ook maar iets zag, wat ik nog niet had gezien, ik heb de tocht met veel plezier twee keer gemaakt.

We voeren langs de westzijde van Taha’a weer terug richting Ra’iatea. Het water oogde heel erg helder. Bij de pas aan de westzijde was familie van Tevo en Flo aan het speervissen. Wat ze over en weer riepen weet ik niet, wat ik wel zag is dat de familie de komende dagen voorzien was van vis!

Na een heerlijke dag teruggekomen op Ra’iatea. Ik ben van het haventje naar mijn pension gelopen; even wat beweging was welkom. Bruno hielp me aan een avondmaal, die we samen gingen ophalen. Ik had ondertussen bedacht wat ik zondag wilde doen. Een hike naar Les Trois Cascades, niet te verwarren met het pension, de drie watervallen die in de vallei achter het pension liggen. Dat kon in de middag. Dan nog iets voor de ochtend: kanoën. Ja, dat was mogelijk.

De volgende ochtend werd ik weggebracht door Bruno. Hij zette me af bij Vivien, een 33-jarige Fransman die 21 jaar op Ra’iatea woont. Er waren nog twee stelletjes. Alexandre en Caroline en Mathieu met Emily. Met zijn zessen voeren we de Faaroa-rivier op. Dit is de enige begaanbare rivier in het land. Je veel voorstellen bij deze rivier is overbodig, de Hollande IJssel is nog dieper. Hooguit anderhalve meter diep. Maar we kwamen niet voor een diepe rivier, wel voor de uitzichten. We voeren een kleine 2,5km landinwaarts en vergaapten ons aan de uitzichten. Aan de linkerzijde de Oropiro, ruim 800 meter hoog, en rechts de hoogste berg van dit eiland, de Toomaru, ruim 1.000 meter. Op de rivier zelf was het soms naar links en naar rechts pivoteren, om er voor te zorgen dat we niet onder kokosbomen door voeren. 200 doden per jaar wereldwijd, je kent het verhaal inmiddels… We kregen onderweg ook uitleg over de vegetatie. Op een punt lagen allemaal rotsen in de rivier. Verder gingen we niet, dit was het keerpunt. De rivier loopt nog een kilometer of vier richting de Toomaru. De watervallen die hier van aflopen voeden de rivier. Na de tocht werd ik opgehaald door een van Bruno’s medewerksters. Ze had haar drie kinderen ook in de auto. Twee zaten me zeven kilometer lang stil aan te gapen. De kleinste van het stel, hooguit drie, was een stuk interactiever. Ze stond maar op de bijrijdersstoel, ik had mijn arm uit de auto gestoken, mijn hand tegen de deur, er niet gerust op dat de kleine meid haar handen van de deurknoppen af zou houden. De moeder greep aanvankelijk ook niet in, gelukkig moest de kleine gaan zitten.

Na de lunch werd ik opgehaald door gids Thierry. Ik stelde me voor aan Vincent en Anne. Deze newly-weds konden geen woord Engels. Na mijn introductie in het Frans, die wel goed was, viel het stil tussen ons. Af en toe sprak ik met Thierry, al was de serene rust tijdens deze tocht zeer welkom. We moesten hier en daar wel klimmen, de tocht was niet zwaar. Daar dacht Anne heel anders over, we hebben er dik anderhalf uur over gedaan. Over 2,4 kilometer welteverstaan, we moesten nog terug… Voordat we dat deden nam Thierry wat foto’s bij de tweede waterval, eentje van vijftien meter hoog. De eerste was zo klein, hooguit een meter of drie, dat ik die in eerste instantie was vergeten te vermelden. De derde waterval was met 45 meter hoogte het meest indrukwekkend. Het leukste was dat je hier ook kon zwemmen. Ik ging er graag in, het was benauwd op de heenweg, de verkoeling was van harte welkom. Na een tweede afkoelsessie dronken en aten we wat. We probeerden een grote aal te lokken met eten, gezien hebben we hem niet. Wel waren er heel veel rivierkreeftjes. De tocht terug duurde weer erg lang. Thierry was bezorgd dat we niet voor het donker het bos uit waren. Met nog een kwartier voor de zonsondergang keerden we terug. Een mooie tocht, al hoop ik dat ik met volgende tochten fittere mensen tegen kom.

Bij terugkomst hoorde ik dat de tocht van maandag, om onduidelijke redenen, niet door ging. Daar baalde ik van want het leek me beter van een gids de verhalen te horen over de geschiedenis, dan dat ik die zelf moest gaan uitzoeken. De meeste beschrijvingen bij de sites of op het web, zijn vrij summier. Plan B werd noodgedwongen ingezet, zelf een auto huren. Ik ben het eiland op de maandag drie keer rondgereden. Onderweg nog maar eens de Wind Spirit (nu in de haven van Uturoa), zwaaiende mensen, spelende kinderen, dwarsliggende honden, dwars liggend op de weg, tergend langzaam omkijkend, opstaand en van het warme wegdek. En van het wegdek ben ik ook gegaan. Ik zag een mooi uitzichtpunt, parkeer de auto in de berm, zit er een gat in de berm bij het rechtervoorwiel. Helt de wagen ineens naar rechtsvoor en kom ik niet op eigen kracht uit deze impasse. Ik zag vlak daarvoor een oud vrouwtje langs de weg, ben naar haar toegelopen. Onderweg schoot ik toch even dat kiekje. Ik probeerde uit te leggen wat er aan de hand was, ze begreep me. Ze liep met me mee en wees naar een plantage, waar twee man en een vrouw aan het werk waren. Ik nog eens uitleggen, ze liepen mee. Met wat duwwerk stond de auto weer met vier wielen op de grond. Geen schade gelukkig, het had een dure foto geworden. Ik reed door naar Taputapuatea, een mooi heilig complex aan zee. Het keek uit op een pas en in het achterland de Oropiro. Ik heb er even rondgelopen, er waren generieke beschrijvingen die ik op andere eilanden ook al had gezien. Ik was nu juist benieuwd wat deze locatie zou bijzonder maakt. Het werd niet duidelijk. Op een kaartje had ik nog wat andere locaties gezien, zoals een andere Marae en een locatie met petroglyphen. Ondanks verwoede pogingen deze locaties niet gevonden, ze waren langs de wegen niet aangegeven. De vraag die me vooral bezig hield was hoe het toch kon dat dit het heilige eiland was, terwijl er rondom Huahine honderden sites zijn, eentje zeker niet minder indrukwekkend dan de Marae van Taputapuatea. Ik zal het nog moeten uitvogelen.

De volgende ochtend de auto ingeleverd en ben naar het vliegveld gebracht. Ra’iatea was imposant, heeft een diepe indruk achtergelaten. Dit terwijl ik er erg weinig van heb gezien, ik bracht er te weinig tijd door. Wat ik zag was heel fraai en de dingen die ik niet gedaan heb, of de geschiedenis die ik nog wil leren kennen, zijn redenen om hier terug te willen keren. De vlucht vertrok met een kwartier vertraging, we vlogen mooi langs de oostzijde van Ra’iatea naar het zuiden. Zo zag ik de kust waarlangs ik in mijn pension zat, de Faaroa, de Toomaru, de Oropiro en Taputapuatea. Ik vroeg me af of we bewust langs de heilige locatie vlogen. We koersten verder en vlak voor de landing op Tahiti, zag ik wederom de pracht en praal van Mo’orea. Dit hartvormige eiland is de volgende bestemming.

  • 28 Oktober 2016 - 12:27

    Wilma :

    Hoi Michael, al die eilanden. De een nog fraaier dan de ander.
    Blijf genieten, voor je het weet ben je weer in ons kikkerlandje.
    Waar het toch ook fraai kan zijn. Bijv Appelscha.....vraag maar aan Oma.
    Groetjes Wilma

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Michael

Actief sinds 10 Juli 2011
Verslag gelezen: 415
Totaal aantal bezoekers 55362

Voorgaande reizen:

16 Oktober 2018 - 13 November 2018

The Ring of Fire

10 Juli 2018 - 21 Juli 2018

De Odyssee

09 Oktober 2017 - 20 Oktober 2017

Gone fishing

31 Augustus 2016 - 21 December 2016

Pacific Rim

09 Januari 2016 - 23 Januari 2016

Diving the Andaman Sea

13 Mei 2015 - 02 Juni 2015

Bali (and more?)!

06 September 2014 - 21 September 2014

Diving in paradise

19 Januari 2014 - 28 Januari 2014

Freediving Tenerife

06 Juni 2013 - 16 Juni 2013

Kopje onder in het land van de farao's

17 Juli 2011 - 15 Augustus 2011

Made in Australia

07 Juni 2009 - 28 Juni 2009

ZO-Azië

11 Mei 2007 - 28 Mei 2007

Yucatan

Landen bezocht: